gericht geweest en hoe daarvan na de landing der Engelsclien in 1811 is gebruik gemaakt, is elders uitvoerig beschreven. Daendels beperkte intusschen zijne werkzaamheid in het belang der verdediging niet tot de omgeving van Batavia. Zoo deed liij ook versterkingen aanleggen om Buitenzorg en wilde hij eene ge schikte oorlogshaven. Vroeger was daarvoor de haven van Soerabaja bestemd geweest, maar hare onvoldoende verdedigbaarheid was be kend. Hierin trachtte Daendels verbetering te brengen door den bouw van het fort Bodewijk (later fort Oranje en Erfprinsop eene zandbank in straat Madoerabij de monding der $o/o-rivier. Voor de verdediging van den westelijken toegang tot de haven (waarvoor destijds uitsluitend het zoogenaamde „Oude vaarwater" gebruikt werd) werden klipsteenen dammen op de zandbanken, met drie in zee op te werpen batterijen ontworpen; hiervan kwam echter, meenen wijweinig of niets tot stand. Alleen schijnt een begin van uitvoe ring gegeven te zijn aan eene der drie batterijenwaarvan thans nog de overblijfselen, onder den naam van het „gezonken fort" op de kaart der vaarwaters van Soerabaja door M. 11. Jansen (1847) aan gegeven worden. Verder vestigde Daendels zijne aandacht op de havens aan Java's westkust. Aan de Meeuwenbaai (tegenover het Prinseneiland) vond men eene veilige ligplaats voor eene groote en diepgaande vloot; de groote ongezondheid en daardoor belangrijke sterfte onder de bezetting en het werkvolk deed echter de werken ter versterking dezer haven staken. Daarop wilde de Gouverneur-Generaal de Merakbaai bij Java's noordwest-punt versterkenmaar deze plaats bleek even ongezond, en bovendien was de haven veel slechter dan de Meeuwenbaaizoodat onze stelling daar nooit eenige beteekenis verkregen heeft. Ter verdediging van de reede van Anjer werd eindelijk eene versterking aangelegd. Aangezien Batavia en zelfs Meester- Cornellsals te zeer aan een onmiddelijken aanval des vijands blootgesteld, voor zetel des bestuurs niet veilig genoeg te achten waswees Daendels zijne residentie Buitenzorg tot standplaats aan voor de personen, die in oorlogstijd Zie o. a. Ind. Mil. Tijdschrift, jaarg. 1871: „De verdediging van Java van 1808—1811".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 16