16 '2
Verdediging bij Batavia en Soerabaja wenscht te voeren, steeds zal
men daarbij op elk dier plaatsen minstens over één eskadron Cavalerie
moeten beschikken, tot bet verrichten van de verkenningsdienst.
Alleen de wijze, waarop volgens die plannen Midden Java moet
worden verdedigd, zou dus ten gevolge kunnen hebben, dat minder
Cavalerie vereischt werd dan door ons noodig wordt geacht. De
verdediging van Midden Java nu, zooals zij in bovengenoemde
verhandeling wordt voorgedragen, komt in hoofdzaak neer op het
concentreeren van het leger in de dalvlakte van Ambarawa, ten einde
daar den beslissenden strijd te voeren, na eene voorafgaande verdedi
ging van Samarang. De taak, die de Cavalerie daarbij ten deel valt,
zullen wij dus moeten bespreken. Daar wij echter in de plannen, door
ons ontwikkeld, geen gewag maakten van een samentrekken van het le
ger in de dalvlakte van Ambarawazoo achten wij het wenschelijk, eerst
aan te toonen, op welke gronden wij eene opstelling van het leger
in die vlakte onraadzaam achten.
"Wanneer het leger bij Willem, I wordt geconcentreerd, dan staat
het aan den voet van de bergketen, die van die vesting Java in
westelijke richting doorsnijdt. Eene opstelling nu aan den voet van
eene bergketen, die men verdedigen wil, kan goed zijn, maar dan
moeten goede wegen langs den voet van het gebergte den verdediger
in staat stellen, den vijand in de flank te vallen, wanneer hij zijwaarts
van het punt, waar men stelling heeft genomen, het gebergte over
schrijden wil.
De goede wegen nu ontbreken in het gegeven geval.
Van Ambarawa toch gaat in westelijke richting slechts de weg
Ambarawa Soemowono Bodjaeen weg, dien Junghuhn een der
moeilijkste bergwegen van Java noemt. Het bij Willem I opgestelde
leger zou dus altijd, wanneer de vijand meer westwaarts het eiland
binnenrukte, over het Dj amboegebergte moeten terugtrekken, om daar
na een voortdringen van den vijand in de richting van Magelang te
beletten. Dat het niet altijd mogelijk zal zijn, den vijand nog tijdig te
gemoet te snellen, vooral wanneer hij ons, al is het slechts korten tijd,
door demonstratiën in de richting Samarang Ambarawa misleid heeft,
en intusschen met zijne hoofdmacht, b. v. in de richting Bedjen Tjan-
diroto oprukt, behoeft geen betoog. Voor het geval de vijand zijne opera-