168 derlaag zou veroorzaken. Daaruit blijkt al weder, dat öf Batavia afdoende moet worden versterkt (maar dit zou eene groote militaire fout zijn, omdat Batavia dan nagenoeg ons geheele leger voor de verdediging zou behoeven, en wij dat leger dan aan de eerste aan vallen des vijands zouden blootstellenhet zou bovendien schatten verslinden) öf de Regeering naar de binnenlanden moet worden verplaatst, in verband met de ook thans nog geldende grondbe ginselen eener rationeele verdediging des lands. Ingevolge de bevelen der Regeering werden nu uitgebreide pro jecten voor Batavia!s verdediging opgemaakt. De waarnemende Le- gerkommandant, Generaal Van der Wijch, inmiddels van Bali terug gekeerd, toonde aan, dat het verdedigingsstelsel, thans voor een groot gedeelte reeds voltooid, was gebaseerd op de verplaatsing van de Regeering in oorlogstijd, en dat de groote kosten, reeds voor de defensiewerken besteed, nagenoeg geheel weggeworpen zouden zijn, indien men thans nog een anderen grondslag voor de verdediging aannam. Hij verklaarde zich dus ook op de bekende gronden, aan zijn verdedigingsplan ontleend ten stelligste tegen de uitvoe ring der even bedoelde projecten. De Gouverneur-Generaal liet zich hierdoor echter niet van zijne zienswijze afbrengen en gaf last tot de uitvoering van een gedeelte der voorgestelde werken. Hiervan is echter niets gekomen, eerst door de moeilijkheden, waarop men, bij gebreke van eene „wet op de onteigeningen," stuitte bij de pogingen tot verkrijging der 1100- dige terreinen, en later door de afkeuring der plannen door den nieu wen Legerkommandant, den Hertog van Saxen- Weimardie Batavia onbevestigd wilde laten en liever eene versterkte stelling bij Buiten zorg wenschte. In verband met de door den Gouverneur-Generaal vooropge zette beginselen, betreffende het overwegend belang van Bataviawas het ook noodig, daar eene vluchthaven te maken voor de vloot. Om dat men niets beters wist, werd daarvoor de toen reeds door verschillende autoriteiten onvoldoende geoordeelde maritieme positie van Onrust voorgesteld en spoedig met kracht aan deze begonnen. Aan deze positie is doorgewerkt tot in het begin van 1853; toen zijn de werkzaamheden gestaakt op grond van aanschrijvingen uit

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 176