172 hierop nader terug; het zal wel onnoodig zijn, dat wij de verkeerd heid in het licht stellen van de grondslagenwaarop de meening van den Minister Forstner berustte. De Minister van Koloniën Mijer was van oordeeldat men moest vasthouden aan de grondbeginselen van Von Gagernom kostbare onteigeningen te voorkomenzou echter, overeenkomstig het door den Kolonel der Genie Von Schier- brand aangegeven denkbeeldeene versterking moeten worden ont worpen op een vrij terrein nabij Weltevredenwelke even goed als de versterking van Weltevreden zelve aan de bedoeling kon beant woorden. Dit ontwerp is in 1858 gemaakt door den toenmaligen Luitenant der Genie Maarschalk. Als emplacement voor de nieuwe vesting werd aangewezen de kampong Karet (nabij den westerweg naar Buitenzorgboven Tanahbangdit terrein werd het meest geschikt geacht, omdat het mogelijk was, daar aan de vesting een groot verdedigingsvermogen te geven; omdat het voldoende verwij derd was van het strand en de bevaarbare rivieren, zoodat de aan voer van belegeringsmaterieel voor den vijand groote bezwaren zou hebben; en omdat het omliggend terrein door opstopping van de Krokot en de Kali Menteng kon worden geïnondeerdzoodat insluiting zeer moeilijk zou zijn. Nadat de Heer Maarschalk in eene zeer uitvoerige memorie in alle bijzonderheden het door hem gemaakt ontwerp voor eene vesting op genoemd emplacement had toegelicht, nam hij de vrijheid, in die memorie het nut eener versterking bij Batavia in algemeenen zin nader ter sprake te brengen. Op strate gische gronden toonde hij daarin aan, dat eene versterking bij Batavia niet paste in het verdedigingsplan van Von Gagernen nadeeliger zou zijn voor ons zeiven dan voor den vijandverder bewees hijdat onze legersterkte niet toelaat om eene belangrijke krijgsmacht voor de verdediging van die versterking af te zonderen. Hij kwam alzoo tot de slotsom, dat de bouw der door hem ontworpen versterking ten ernstigste moest worden ontraden. Met deze zienswijze vereenigden zich de toenmalige Directeur der Genie, Kolonel Von Schierbrand en de Legerkommandant, Generaal Van Swieten. In Nederland is de zaak verder onafgedaan gebleven, Zie Mil. Tijdsehr. 1874, blz. 174—176.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 180