174
zon worden gerekend. De versterking (fort Generaal Tan den Bosch
te Ngaivi is sinds lang beschouwd als geene waarde te bezitten tegen
een Europeeschen vijand; zij is echter nog behouden.
Feitelijk hebben wij dus op het oogenblik niet anders dan de vesting
Willem I met de reduitstelling te Banjoe Biroede vesting zelve
is voltooidmaar van alle werkendie noodig waren tot verhooging
van het verdedigingsvermogen der stelling Willem I is nog niets
tot stand gebracht. Yerder de kustbatterij te Tjilatjap, met de alleen
als observatiepost nog bruikbare batterij Karang Bollong en de batterij
Banjoe Njappabeide op Noesa Kembangande batterij tegenover-
den landtong moet nog worden gebouwd. Eindelijk strandverdedigings-
werken te Bataviate Samarang en (gedeeltelijk) te Soerabaja. Straat
Madoera is nog geheel onverdedigd. Tjilatjap is onze eenige oorlogs
haven.
Men moet dus wel erkennendat onze versterkingen op Java reeds
tot een minimum zijn teruggebracht; dit is geheel overeenkomstig
de beginselen van verdedigingzooals die thans vrij algemeen als
juist worden erkend. Maar nu is het ook noodig, dat de beide
versterkte stellingen, die wij nog bezitteneen groot defensief vermogen
erlangenen dat dus niet worde gedraald met de werken, die voor
de goede verdediging der positie aan de Toentang nog noodig worden
geacht, met de voltooiing der positie Tjilatjap en, indien zulks
zonder buitensporige kosten mogelijk ismet de verdedigingswerken
aan Straat Madoera.
En bovenal is noodig de verplaatsing van den bestuurszetel, om
dat deze thans is gevestigd op eene plaatsdie aan de eerste en
meest onverwachte aanvallen is blootgesteld, en nooit zoodanig ver
sterkt en verdedigd kan worden, dat de vijand haar niet kan bezetten
of afsnijden. Eene verplaatsing in oorlogstijd is zeer af te raden
omdat zijwelke voorbereidingen men ook treflfeverwarring zal
stichten en wellicht te laat komt; en onrdat in een aangevallen land
van de werking eens bestuurs, dat bij de nadering van den vijand de
wijk moet nemen, weinig kracht te verwachten is. Om eene krachtige
werking der Regeeringzooals die in oorlogstijd vooral noodig is
naar alle zijden te verzekerenmoet de zetel des bestuurs eene