1 75 gevestigde piaats zijn; alleen daardoor zal de geregelde gang vaü zaken verzekerd zijn. De thans bestaande toestand is onhoudbaar voor eene rationeele defensie; de geheele formatie van Java brengt mede, dat Midden Java het oorlogstooneel moet zijn; doch Batavia is thans het object des vijandsen zou dat vermoedelijk ook blijven althans wanneer men eenigszins hecht aan het prestige van Batavia bij den inboorling na de vlucht der Regeering (euphemistisch gesproken„na de tijdelijke verplaatsing van den bestuurszetel in oorlogstijd"). Dit is een dualisme, dat ten verderve kan leiden. Y. In het vorenstaande hebben wij een algemeen overzicht gegeven van den loop, welke de defensiekwestie van Java tot dus verre genomen heeft. Wij hebben ons onthouden van detailswelke voor ons doel niet noodig waren. Dat doel wasde aandacht op de eischen eener goede verdediging te vestigen; en, in de tweede plaats, aan te toonen, dat de inzichten van den Heer Weitzelwaarop de oud- Minister De Waal zich beroept, niet juist genoemd mogen worden. hot dit laatste zullen wij nu in het bijzonder overgaan. Wanneer men de „geschiedenis der ontwikkeling van het bestaande stelsel van verdediging" (blz. 21 en vlg.) des Heeren Weitzel ver gelijkt met het door ons gegeven overzichtdan zal het al spoedig in het oog vallen, dat de Heer Weitzel meermalen zijne denkbeelden heeft gesteld in de plaats van die der autoriteitenwier zienswijze hij wilde mededeelen. Zoo wijzen wij er op, dat de Heer Weitzel bij Van den Bosch en Van der Wijck (wier denkbeelden hij ten onrechte samensmelt) wantrouwen onderstelt ten opzichte der Vorsten van Solo en Djokdjaen dat hij vermeentdat zij daarom onze cen- traalstelling in Midden Java hebben gezocht. Niets is minder juist. Jan den Bosch was overtuigd, dat geene vrees voor tegenwerking of kwade gezindheid bij de Vorsten behoefde te bestaan, en dat er alzoo geen bezwaar bestond om onze centraalstelling te plaatsen in Midden Javadat door den vorm des eilands, door de daar. meer Mil. Tijdschr. 1874, blz. 172. Mil. Tijdschr. 1872, blz. 129.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 183