10
Het ligt voor de hand, dat men, onder den indruk van het „Heilig
verbond dat immers voor den vervolge de oorlogen tusschcn de
Europeesche staten zou belettenhet minder noodzakelijk achtte, zich
in In die tegen een Europieeschen vijand te versterken. Bovendien had
men in de eerste jaren na het herstel van het Nederlandsch gezag
de handen vol met de regeling der burgerlijke aangelegenheden, en
geraakte de militaire kwestie, voor zoover deze niet de handhaving
van het gezag tegenover den Inlander betrof, natuurlijk min of meer
op den achtergrond. Toch werd zij niet geheel uit het oog verloren.
De Commissarissen-Generaal maakten in 1817 (Juli-December)
eene inspectiereis over Javaen deden zich daarbij vergezellen door
den Kolonel SchultzeDirecteur der fortificatiën. Deze deelde zijne
meeningen omtrent Java's defensie aan Commissarissen-Generaal mode;
in hoofdzaak kwamen die hierop nederdat hij van Salatiga een
centraal punt van verdediging wilde maken; daar zou een geretran-
cheerd kamp moeten verrijzen om den buitenlandschen vijand den
toegang naar de Yorstenlanden te beletten. Het eiland Madoera
wilde hij (bij gebrek aan eene voldoende sterkte der landmacht)
ernstig door de Marine doen verdedigen, omdat de vijand daar ge
makkelijk zou kunnen landen en dan Soerabaja met zijne haven zou
beheerschen. Ha terugkomst van deze inspectie, deelde de kolonel
al de door hem gemaakte aanteekeningen aan den Majoor-ingenieur
Cochius (den lateren Legerkommandant) mede, met opdracht, in verband
daarmede een volledig verdedigingsplan op te maken. Aan deze
opdracht is in 1818 of 1819 voldaan; evenmin als de details der
aanteekeningen van Schultzekennen wij die van de plannen van
Cochius. Uit de archieven van het Departement van Oorlog zouden
zij nader kunnen blijken. Bij gebrek aan goede kaarten was het
door Cochius opgemaakt plan vrij oppervlakkig. Hij wil sterke
stellingen binnen 's lands achter BataviaSamarangen Soerabaja
omdat de vijand wel een dezer punten als landingsplaats zal kiezen.
Om het doordringen naar de Vorstenlanden te beletten, wilde hij
eene positie bij Oeiigaranwelke hem beter voorkwam dan de door
Schultze aanbevolene bij Salatiga. Voor Soerabaja werden eenige
kustbatterijen verlangd, in verband met het fort Bodewijk.
De Kolonel Schultze droeg enkele jaren later aan de eerstaan-