183
ken wij reeds boven; wij zeggen daaromtrent dus thans nog slechts
het volgende.
Het verlies van de hoofdplaats, van den zetel der Regeering, is
in alle landen "een groote moreele nederlaag; zij is dat ook in Indië.
Bij bestendiging van den tegenwoordigen toestand Batavia open en
blootdadelijk voor den vijand bereikbaar zou in der daad bij het
uitbreken van een oorlog wellicht spoedig voor den inlander het uur
daar zijn, waarvan de Heer Weitzel spreekt. Wat kan men anders
daaruit leeren dan dat de zetel der Regeering in tijd van vollen vrede
naar eene veiliger plaats moet worden overgebracht?
Om te bewijzen dathetgeen door hem wordt aangevoerdgeene
subjectieve meening is, verhaalt de Heer Weitzel, dat Bipo Negoro
tijdens den Java-oorlog hardnekkig trachtte, den kraton van Djolcclja
te bemachtigen en daarnazich in den ouden kraton van Pier et staande
te houden. „Het bleek toen dat, naar de overtuiging der Javanen
bevelen meer kracht en meer aanspraak op naleving hebbennaarmate
zij uitgaan van plaatsen, waaruit de bevolking langer gewoon is be
velen te ontvangen." Als dit waar ishoe zal het dan met de hand
having van ons gezag moeten gaan in oorlogstijdals onze Regeering
dan Batavia moet verlaten Zullen de door haar gegeven bevelen
dan plotseling van eene onbekende plaats komende, niet lichtelijk
met voeten worden getreden? Ons dunkt, dat juist bij de inzichten
des Heeren Weitzel eene geheel vrijwillige verplaatsing der Regeering
in tijd van vollen vredeeen eerste eisch moet zijnbij die inzichten
is Java stellig dadelijk bij het uitbreken van een oorlog definitief
voor ons verloren, zoolang Batavia hoofdstad blijft; want de vijand
heeft dan deze plaats die niet te versterken en te verdedigen is
met de ter onzer beschikking staande middelen slechts te bezetten
om dadelijk de geheele bevolking voor zich te winnen. Wij voor ons
gelooven intusschen, dat de Heer Weitzel de beteekenis van Batavia
enorm overdrijft, en dat ook zelfs de „domme inlander" meer hecht
aan wezenlijke dan aan ingebeelde macht. Zoolang de werking der
Regeering dezelfde blijft, wordt naar onze overtuiging niets in den
stand van zaken veranderd. Maar die werking kan onmogelijk de
zelfde blijven, wanneer, door de tijdelijke verplaatsing der Regeering
in oorlogstijd, wanorde en gedeeltelijke regeeringloosheid ontstaan, En