HET VERBAND {Vervolg. Zie afl. No. 10, jaarg. 1879.) '/k Het bezit van een bruikbaren Generalen staf wordt in Indie zeer gewenschtniet, oindat zulk een korps ook bij andere legers bestaat en noodzakelijk wordt geoordeeld, maar omdat men het gemis er van heeft gevoeld bij het begin en de voortzetting van de meeste expeditiën. De practijk toch heeft doen zien, met lioevele bezwaren de handelende personen te kampen hebben, wanneer de expeditiën niet naar behooren waren voorbereid, en de oorlog moest gevoerd worden in landen, waarvan weinig meer dan de kustlijn en slechts enkele namen van kampongs en andere terreinvoorwerpen bekend zijn, soms vergezeld door eene onvolledige aardrijkskundige beschrij ving, welke uit een tactisch en strategisch oogpunt weinig of geene waarde had. De commandant van zulk eene expeditie, vergezeld door een of meer stafofficieren, die hem niet met raad en daad honden bijstaan, was meestal genoodzaakt, in den blinde te schennen, terwijl de ondergeschikte officieren bezwaard werden met eene reeks ver plichtingen, welke tot den werkkring der stafofficieren behooren, en waarvan de verantwoordelijkheid zeer nadeelig moest werken op de goede uitvoering hunner meer eigenaardige bezigheden. Velen van die stafofficieren waren niet bekend met hunne verplichtingen, anderen waren niet in de gelegenheid geweest, zich bekend te maken met hetgeen zij moesten weten van het land en volk, waartegen de oorlog zou gevoerd worden, omdat het centraalbureau van den Generalen TUSSCHEN

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 193