187 Hierdoor tocli alleen kan de Generale staf in staat gesteld worden le. de vereisckte voorstellen te doen en adviezen te geven om trent: organisatie en formatie van het Indische leger, aanvulling, verpleging, troepenverplaatsingen, militair onderwijs en gecombineerde oefeningen der verschillende onderdeelen en elementen van de levende strijdkrachten, alsmede omtrent het onderhoud en het aanvullen der doode weermiddelen en hetgeen betrekking heeft op geestelijke en gerechtelijke zaken, het leger betreffende; 2°. tot het opmaken en aanvullen van een plan, dat betrekking heeft op de middelen en de wijze van verdediging onzer koloniën tegen een buitenlandscken vijand; 3°. steeds gereed te zijn met alles wat tot voorbereiding en samenstelling dient van expedition tegen Inlanclsclie vijanden in de verschillende deelen van den Indischen Archipelen 4°. gegevens te verzamelen tot het samenstellen en daarna zoo veel mogelijk openhaar maken van de Indische krijgsgeschiedenis. Welke taak is nu omvangrijker en moeilijkerdie van den Neder- lanclschen of die van den Indischen Generalen staf? (Wij bedoelen niet gewichtiger, want beider werkkring is van evenveel waarde voor hetzelfde nationale belang). De vereischte bekendheid van den Nederlandschen Generalen staf met Nederland en zijne bewoners is gering te noemen, vergeleken met die van Indië en zijne bevolking voor den Indischen Generalen staf, en het verkrijgen dier kennis ook lang niet aan zoovele moei lijkheden en bezwaren onderworpen. De oorlogsbehoeften van het Nederlandsche leger zijn gemakkelijker aan te vullen, door het aan wezig zijn op eigen grondgebied van bijna alles wat daarvoor noo- dig is, dan van het leger in Indiëalwaar, uit een politiek en fi nancieel oogpunt, zooveel mogelijk door Nederland moet geleverd worden. De taak, door beide legers te vervullen, is zeer verschil lend het Nëclerlandsche heeft met de Marine den geboortegrond te verdedigen, het Indische moet met eene onvoldoende zeemacht het bestaan verzekeren der Europeanenverspreid over zoovele ei landen in die gedeelten van de Nederlandsche bezittingen, waar het bestuur is gevestigdoorlogen voeren tegen niet of slechts ten deele aan ons gezag onderworpen Inlandsche volken, en den archipel vrij-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 195