- 3 89 en iioe dikwijls reeds voorstellen daaromtrent naar Nederland wer den gezonden, welke in de oogen van den Minister geene genade konden vinden en als onuitvoerbaar werden ter zijde gelegd, dan wel teruggezonden, ter verandering naar de inzichten van den Nederland- schen beoordeelaar, aan wiens grondige krijgskundige kennis ten rechte mag getwijfeld worden. De Neclerlandsche Generale staf heeft het toezicht op het militair onderwijs, de Indische Generale staf niet, terwijl bovendien door den Minister van Koloniën elke in het leven geroepen of voorgestelde steun tot krachtige ontwikkeling op wetenschappelijk gebied in het Indische leger wordt weggenomen of verworpen. En is ook dit geen factor, waarmede de Generale staf rekening moet houden? Daarbij bestaat de Nederlandsche Generale staf in vredestijd uit 1 Generaal-Majoor, chef, 1 Kolonel, 3 Lts.-Kolonel, 4 Majoors en lf Kapiteins, te zamen 20 officieren, die allen in de gelegenheid zijn of gesteld worden, werkelijke stafdienst te kunnen verrichtenterwijl de Indische Generale staf is samengesteld uit: 1 Kolonel, 2 Lts.- Kolonel, 1 Majoor en 14 Kapiteins, die volgens de bepalingen moeten zijn ingedeeld als volgt: I a. Hoofdbureau. 1 Kolonel, chef, 1 Lt.-Kolonel, toegevoegd aan den chef, 1 Kapitein h. 1 Majoor en 1 Kapitein, belast met de verkenningen, waarvan de eerste thans chef van den staf in Atjeli is, c. 1 Kapitein, adjudant van den Commandant van het leger, welk officier geen stafwerk verricht, Deze betrekking ontneemt thans zeer verkeerdelijk aan den Generalen staf een officier. Wel moet de adjudant van den Legercommandant een officier zijn, die volkomen op de hoog e is van stafzaken, en den werkkring van alle wapens en diens ten van nabij heeft leeren kennen, maar, daar zijne bezigheden weinig gemeen hebben met den vredesarbeid van den Generalen staf, is zijne plaatsing bij dat korps slechts dienstig om het sterkte cijfer op te voeren. In Nederland' is de tegenwoordige Ka pitein-adjudant van den Minister van Oorlog (eene even gewichtige en soortgelijke be trekking als van den adjudant van den Commandant van het Indische Leger) een officier, die den volledigen cursus der lie afdeeling van de Krijgsschool en bovendien den intendancecursus met het beste gevolg heeft doorloopen, gelijk ons werd verzekerd, maar die daarom toch niet behoort tot den Generalen staf.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 197