190 4 Kapiteins, chefs van staven der militaire af'deelingen op Jatia en Sumatra's Westkust, die door het ontbreken van behoorlijke instructiën meer administratief werk verrichten clan eigenlijke stafdienst. II. De topographische dienst. a. bureau. 1 Lt.-Kolonel en 1 Kapitein, adjunct, b. 6 Kapiteins, chefs der opnemingsbrigades, die oneigenaardig tot den Generalen worden gerekend. Zoodat uitsluitend voor het stafwerk in tijd van vrede werkzaam zijn 1 Kolonel, 1 Lt.-Kolonel, 1 Majoor en 3 Kapiteins, te zamen 6 officieren, waarvan steeds op het hoofdbureaude chef van den Generalen staf, 1 Lt.-Kolonel en 1 Kapitein. "Worden nu voor dat kleine personeel nog de volgende nadeelen in het oog gehouden, welke zich in Nederland in mindere mate of in het geheel niet doen gevoelenmutatiën door ziekte, sterfte, bui- tenlandsche verloven, de weinige rust aan het Indische leger gelaten om alles behoorlijk voor te bereiden, de korte diensttijd, en niet het minst de Nederlandsche geldpolitiek, waardoor groot gebrek is aan de vereischte hulpmiddelen, dan vragen wij aan allen, die ons artikel tot hiertoe hebben gevolgd, en in het bijzonder aan U, Nederland sche Generale stafofficieren, wien sedert eenigen tijd de leiding werd opgedragen om stafofficieren voor het Indische leger op te leiden, ziet Gij kans, onder zoodanige omstandigheden en met zulke middelen, de hiervoren omschreven taak van den Indischen Generalen staf naar behooren te vervullen Uwe antwoorden kunnen wij niet afwachten, maar al zijn zij nog zoo Even als andere officieren bij de verschillende wapens en diensten, is ook dit per soneel van de topographische dienst onmisbaar in het Indische leger; ja wij gaan verder en verklaren, dat zonder de opname, de Generale staf niet of hoogst gebrek kig zou kunnen werken; doch de officieren, daarbij geplaatst, hoe uitstekend ook voor hun werk, zijn geene Generale stafofficieren, ten minste zij verrichten geene stafdienst. Zij stellen de kaarten te zamen om de deelen van Indi'è beter te leeren kennen en o. a, den Generalen staf in staat te stellen, behoorlijk militaire verkenningen te doen, tot het opmaken van het dsfensiestelsel, enz., enz.; maar hun eigenaardige werk kring, hoe hoogst nuttig, ook buiten het leger, is eenzijdig. De Generale stafofficieren dienen noodzakelijk met deze werkzaamheden bekend te zijn, even als met de verschil lende wapens en diensten, maar mogen niet al hun tijd aan de opname besteden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 198