191
in liet Vöordeel van hetgeen door ons wordt voortgestaan, al wor
den Uwe stemmen krachtiger en met meer recht verheven dan de
onze, zouden zij dan nog wel voldoende zijn om de regeering in
Indi'e en het Ministerie van Koloniën door overtuiging te overreden
om de gebrekkige formatie van den Indisclien Generalen staf en
zijne onvoldoende middelen te verbeteren, ten einde dat dienstvak
in de gelegenheid te stellen, naar behooren zijne zoo gewichtige
taak te kunnen aanvangen en voortzetten? Wij hebben recht, hier
aan te twijfelen.
Gelooft Gij, J. D. S., geene volslagen onbekendheid met Generale
stafzaken aan den dag te leggen, door zelfs maar te veronderstellen,
dat gunstige resultaten te verwachten zijn van den zoo moeilijken
vredesarbeid in Indiê, met zulk een klein personeel, gebukt onder
zoovele nadeelige toestanden? Is het U niet bekend, dat, door den
Indischen Generalen staf slechts een gedeelte van zijne werkelijke en
door ons reeds vermelde taak te doen verrichtenzijn werkkring tot
niets of tot een onvolledigen arbeid wordt teruggebrachtdaar
van dat geheel geen gedeelte lean gemist worden Die taak is zeer
zwaar; maar met kennis van zaken, een ijzeren wil, en liefde voor Indi'e
kan de Indische Generale staf langzamerhand veel, zeer veel goeds
tot stand brengen, wanneer niet al te veel tegenwerking wordt on
dervonden, en slechts meer en bruikbaar personeel daarvoor wordt
aangewezen, hetwelk in het Indische leger kan gevonden worden,
wanneer men zoeken wil.
Hoewel het gewenscht isdat men, om eenig plan of voorstel naar
behooren te doen overzien en begrijpen, eerst een schema of overzicht
geeft van het geheel, om daarna tot de onderdeelen of details af te
dalen, zoo gelooven wij, dat het ons te ver zou afvoeren van den
afgebakenden weg, om in dit artikel onze denkbeelden, zij het zelfs
maar in algemeene trekken, te ontwikkelen en zooveel mogelijk met
redenen te omkleeden, betreffende eene gewenschte organisatie en
formatie van het Indische leger. Die volledige samenstelling en in
deeling, zonder noemenswaardige uitbreiding der bestaande sterkte,
hopen wij spoedig bij een ander artikel in dit tijdschrift te kunnen
mededeelen, doch wij zullen nu eene daarmede in verband staande en door
ons verlangde formatie van den Generalen staf, overeenkomende met