11
wezende ingenieurs in de drie groote militaire afdeelingen op, me-
moriën van defensie voor liunne afdeeling op te makenuit deze
stukken zou hij dan later eene algemeene memorie voor gelieel Java
samenstellen. Deze opdracht gaf aanleiding tot belangrijke beschou
wingen, vooral over de verdediging der le en 3e afdeeling. Wij kunnen
daaromtrent, bij gemis aan stukken, slechts weinig mededeelen. Yoor
de le mil. afdeeling maakte Cochius zelf de memorie ophij wilde
den zetel der hooge regeering naar Buitenzorg overbrengeneen fort
boven Weltevreden bouwen en een geretrancheerd kamp boven Mees
ter-Cornells aanleggen. De 2e militaire afdeeling werd destijds nog
als de minst gewichtige beschouwd. De vorsfen van Solo en Djokdja
hadden daar vóór den Javaschen oorlog (18251830) nog een zeer
uitgestrekt gebied, waarin ons gezag zich tot niet veel meer dan
leenheerlijke rechten bepaalde. Ook was deze afdeeling *de minst
bekendeen het werd als eene axioma beschouwd, dat een vijand zijne
hoofdbewegingen wel tegen de 1° of 3e afdeeling zou richten; tegen
de eerste omdat daar de hoofdmacht zou geconcentreerd worden, of
tegen de derde omdat daar Soerabaja met zijne haven gelegen was.
De memorie voor de 3e afdeeling is vooral van belangomdat zij
den grond heeft gelegd voor de latere vestingwerken van Soerabaja
overigens kunnen wij daaromtrent ook niets mededeelenzelfs de
naam van den steller is ons ontgaan.
Drie-of twee jaren vóór het uitbreken van den Javaschen oorlog
diende nu de Kolonel Schultze zijne „Algemeene memorie" over de
verdediging van Indië in. Daarin worden de drie militaire afdeelingen
weder geheel afzonderlijk behandeld. Yoor zoover wij ons den in
houd dezer memorie herinneren, wilde de schrijver de verdediging
der kolonie voornamelijk opdragen aan eene krachtige zeemacht;
is de vloot door den loop der krijgsgebeurtenissen daartoe onmachtig
gewordendan eerst komt de beurt aan de landmacht. Deze moest
zich beperken tot JavaBankaPalembang en de groote Moluksche
eilanden. Wat Java betreft, zoo moest men zich in hoofdzaak bepalen
tot de verdediging van BataviaSamarang en Soerabaja's lands ma
gazijnen en vestigingen moesten zooveel mogelijk naar het binnenland
worden overgebracht. Eene vluchthaven aan de westkust (de Meeu-
ivenbaai) achtte Schultze bepaald noodig; de tijdens Daendels daar