192 clen aard en liet doel van het leger, laten voorafgaan, als zijnde daartoe ten deele genoodzaakt 0111 de verkondigde denkbeelden van J. D. S. over eene Krijgsschool voor Indische officieren beter in beschouwing- te kunnen nemen, welke inrichting toch in verband moet staan met en afhankelijk is van den werkkring, de sterkte en de aanvulling van den Indischen Generalen staf. In alle Europeesche legers is het noodig geoordeeld, de enkele strijders volgens troepensoort bij elkander te voegen en hen te voor zien met de noodige afdeelingen der legerverpleging, om zoodoende uit eene doeltreffende samenvoeging van onderdeelen, troepeneenheden te doen ontstaan als zelfstandige afdeelingen van het leger. Zou zulk eene vereeniging der enkele krachten tot gemeenschappelijke handelingen, zulk een splitsen van het geheel in deelen, welke elk zelfstandig kunnen optreden, in Tndië gedurende den vredestijd minder noodig zijn? Moest niet bij het samenstellen van elke expeditie in dien geest gehandeld worden, en heeft men daarbij niet steeds met aller lei bezwaren te kampen gehad? Bleef het nog slechts bij bezwaren, welke te overwinnen zijn door ijver en wilskracht, dan behoefde men in tijden van betrekkelijke rust zich daarover minder te bekommeren maar het oprichten van zulk eene zelfstandige afdeeling kort vóór of tijdens bet oprukken naar den vijand moet nadeelig werken op de oor logshandelingen en gepaard gaan met groote geldelijke nadeelen, om niet te spreken van zenuwachtige gejaagdheid en ondermijning der noodige krijgstucht, als gevolgen van het natuurlijk opgewekt gevoel van wantrouwen in de uitvoering door het ontbreken van den noo- digen tijd tot eene vereischte voorbereiding. Ieder menscli met gewoon verstand zou na de koortsachtige spanning omtrent den uitslag der oorlogshandelingen, onmiddelijk alle pogingen in het werk willen gesteld zien, om eene herhaling van zulke bedrijven te voorkomen bij volgende expeditiën. Maar hier schijnt men te redeneerenin den Compagnie's tijd deed men het op dezelfde wijze, zonder voor bereiding, met minder menschen, en slechter verplegingsmiddelenwaar om zou dit nu ook zoo niet kunnen plaats hebben? Hoevele menschenlevens, lioevele schatten heeft dat niet gereed zijn ons al niet gekost, hoevele expeditiën zijn daardoor mislukt, geens zins ten voordeele van het Nederlandsche financiëel beheer en van ons

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 200