194 -
"Wanneer wij nu aannemen: 1° dat het veldleger, bestaande uit
de veldbataljonsde troepen van Manghoe Neg or o en Pakoe Alamde
ban san van Aladoerade veld- en bergbalterijen, de compagniën mi-
neuis en sapeurs en de eskadrons Cavalerie, verdeeld zijn in 7 brigades,
waarvan op Java twee steeds gereed worden gehouden voor overzeesche
expeditiën, en daarbij het noodige personeel en materieel wordt ge
voegd der deelen van het leger, welke in de materieele, physische,
en moreele behoeften van de troepen voorzien, alsmede de afdee-
lingen, welke de noodige hulpmiddelen moeten aan- of medevoeren;
en 2° dat zoo mogelijk de garnizoensbataljons en garnizoenseom-
pagniënde schutterijen, de pradjoerits en de Inlandscbe Cavalerie
verdeeld blijven in de militaire afdeelingen en gewesten, en met de
zich daarin bevindende brigade of brigades onder één hoofdofficier
worden gesteld, dan. komen wij in oorlogstijd, na eene geheele mo
bilisatie, tot eene volgende sterkte van den Indischen Generalen
staf
a. in bet hoofdkwartier:
1 Generaal Majoor, chef van den Generalen staf.
1 Lt.-Koloneltevens commandant van bet korps gidsen en spion-
e. Sumatra1 Lt.-Kolonel, 1 Kapitein, 1 Lt. adjunct.
En bij elk der 7 brigades 1 Kapitein.
Te zamen 20 Generale stafofficieren en 7 Lt. adjuncten. Met bet
oog op de werkzaamheden in tijd van vrede en in verband met
bovenstaande oorlogsterkte, achten wij het volgende aantal offi
cieren, werkzaam bij den Generalen staf bepaald noodig:
1 Generaal Majoor, chef.
ci- 1° bureau 1 Lt.-Kolonel, 2 Majoors, 6 Kapiteins, en 5 Lt.
adjuncten.
nen.
1 Majoor4 Kapiteins en 3 Lts. adjuncten.
b. lc mil. afdeelingjg 1 Majoor en 1 Lt. adjunct.
c- n 1 Lt.-Kolonel, 1 Kapitein, 1 Lt. adjunct,
d- 3° j gn 1 Majoor en 1 Lt. adjunct.
Men verlieze niet uit het oog, dat noch de daarbij hehoorende diensttakken,
noch de samenstelling der algemeene staven worden opgegeven, maar alleen het of-
ficierspersoneel, dat rechtstreeks tot den Generalen staf behoort.