199 aanvulling en verliezen, werving en dienstplicht der legers van Prui sen en Engeland dezelfde genoemd worden? Is het voor de stafof ficieren van alle legers het zelfde, welke talen zij leeren, welke krijgsgeschiedenis zij tot het onderwerp hunner studiën maken, en welk land zij nauwkeurig in alle militaire betrekkingen kennen? Wat zouden die officieren anders leeren dan hoe zij, terugge keerd, het moeten aanleggen om behoorlijke studiën van hun land en hun volk te maken, om eerst later, misschien geruimen tijd daar na, als goede stafofficieren in hun eigen leger te kunnen optreden, waartoe zij bij vertrek van die „Kriegsakademie" de kennis misten Welken naam zou men in Nederland geven aan zulk eene wijze van handeion, en zou daardoor de vrucht naar eene meer wetenschappelij ke vorming bij de overige Nederlandsehe officieren geboren worden? En toch, verschilt deze voorstelling met die van de opleiding der Indische stafofficieren aan de Krijgsschool in NederlandIn zekeren zin ja, want vele toestanden in Pruisen komen met de Nederlandsehe overeen of laten eenige vergelijking toe, al hebben de legers dier staten wwschillende nationale belangen, al gehoorzamen beiden aan misschien vijandige vorsten en regeeringen, al hebben vlag, vaandel en standaard andere kleuren en ongelijke teekens, hetgeen geenszins het gei al is met Nederland en Indiê, wier legers wel één nationaal belang, denzelfden Koning en eene gelijke vlag, één vaandel en één standaard hebbenmaar waarvan het recht van bestaan, de aard, het doel, de samenstelling, aanvulling, verliezen, enz. verschillend zijn, terwijl de instellingen, hot land en het volk in weinig of niets met elkan der overeenkomen. Dat de schrijver van „de Ministeriën van landsverdediging" weinig ingenomen is met de richting van het Krijgsschoolonderwijs in Ne derland voor Indische officierengelijk J. D. S. dit opmerktis wel mogelijk en ook verklaarbaar naar het ons voorkomt. Ook wij zijn daar geene voorstanders van. Wat baat het den Indischen stafofficier of hij bij het uitbreken van een oorlog met een Inlandschen vijand volledig bekend is met de forten van Nederland en of hij de onderdeelen van het Neder landseh vestingstelselhetwelk in Indiê van geene toepassing is grondig heeft bestudeerd, wanneer hij niet eens weet, waarom en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 207