210 ons zeker toegeven, dat dergelijke commando's in een vuurgevecht kortweg onmogelijk zijn. Wij wenschen daarom den compagniescom mandant geene commando's te laten doen, maar hem door middel van ordonnansen zijne bevelen aan de sectiecommandanten te laten mededee- len, bijv,: „Rechtersectie sprongsgewijze vuren." De commandant der rechtersectie laat daarop zijne tirailleurgroep op seinen van den groeps commandant een sprong vooruit gaanhij wijst den groepscom mandant de plaats aan, waar hij zich op nieuw moet nestelen; hij ziet verder toe, dat zijne soutiengroep de beweging volgt, als de ti railleurgroep haar vuur heropend heeft. De andere sectiën onder steunen met hun vuur die voorwaartsche beweging der rechtersectie en volgen successievelijk, als de voorgaande weêr stelling gekozen heeft. De compagniescommandant kan deze bewegingen nu geheel rege len naar het terrein, het aanvalspunt en de tegenwerking des vijands. "Vooral moet hij door de opstelling zijner tirailleurgroepen kruisvuren trachten te verkrijgen, dus het vuur op een bepaald punt concentreeren waarin het offensief karakter van het vuurgevecht ligt. Hij wijst daartoe aan de sectiecommandanten de punten aan, waarin zij met hunne tirailleurgroepen moeten blijven, totdat men uitwerking van het vuur bespeurt. Op deze wijze zal het vurende avanceeren werkelijk in den geest van de laatste alinea van 40 kunnen ver richt worden. Acht de compagniescommandant het mogelijk of noo- dig om met zijne geheele tirailleurlinie te gelijk een sprong voorwaarts te doen, dan laat hij dien op zijn sein en teelten uitvoeren. Zie 63, I. M. T., afl. 10, laatste alinea. De kolonel Nicotcommandant der expeditie tegen den Beni-Menacer-stam in Algiers, in het jaar 1871, schreef in zijne instructie aan de expeditionaire troepen o. a. het volgende voor: „Het onophoudelijk schieten der tirailleurs moet vermeden worden. Alleen de kruisvu ren zijn nuttig. Als men de Kabijlenwier vuur ons lastig is, uit hunne stelling wil verdrijven, moet men zich in twee of drie groepen verdeelen, zich ver genoeg van elkander verwijderen om het vuur te doen kruisen op de door den vijand bezette positie en dan salvo's geven. De uitslag is altijd gunstig." Daar nu de wijze van oorlogvoeren der Kabijlen veel overeenkomst heeft met die, van onzen Inlandschen vijand, achten wij dezen wenk ook voor ons van belang.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 218