212 Oyer het dooreengeraken van de troepen in de laatste periode van het gevecht heerschen nog verschillende meeningen. De eerste, die na den oorlog van 1870 als voorstander daarvan optrad, was Von BoguslawsJci. Hij zag bij elk gevecht op groote schaal de troepen van verschillende bataljons en regimenten dooreengeraken en kwam tot het besluitdat dit bij de gevechten in verspreide orde niet meer te vermijden is; dat het dus noodzakelijk wordt om oefeningen te houden met gemengde tirailleurzwermen van verschillende bataljons, waarbij de versterkende soutiens inschuiven tnsschen de tirailleurs, waar zij slechts plaats vinden (eindoubliren); de manschappen aan zulk een toestand gewend moeten worden en aldus eene moeilijke taak on der ongunstige omstandigheden leeren volbrengen. Hij noemt dit de oefening in de wanorde. De Generaal Von Verdij du Vernois zegt insgelijks„De uitgezwermde vuurlinie zal intusschen door verliezen voortdurend dunner worden, maar het vuur mag niet aan intensiteit verliezen, dus wordt de versterking der tirailleurlinie noodzakelijk. Tot dat einde zwermen de naaste soutiens uit en schuiven in, waar zij maar plaatsvinden. Dat die plaats ontstaan zal door het aaneenslui ten van de in 't vuur staande tirailleursis een eischwaaraan wel in vredestijd voldaan kan worden, maar die in den oorlog onuitvoer baar blijkt. Plet dooreengeraken van verscheidene compagnieën, later zelfs van verscheidene bataljons is niet te vermijden; des te noodzakelijker is het daarom van den beginne af zoodanige formatie aan te nemen, dat ten minste de samenhang in de regimenten be waard blijft. Steeds moet men echter trachten, achter dekkende voor werpen in de gevechtspauzen zooveel mogelijk weer aaneen te slui ten waar dit kan, worden de compagnieën weer bijeengebracht, zelfs geheele bataljons weer geformeerd.Ook Von Scherff acht het verdubbelen (eindoubliren) der soutiens de eenig mogelijke wijze van versterking der tirailleurlinie. Von Wechmar laat zijne kleine soutiens in de intervallen der tirailleurlinie plaats nemen, maar voor zijne grootere afdeelingen neemt hij ook de verdubbeling aan. Daar entegen willen Riistow en Von Hoffmann het dooreengeraken van verschillende compagnieën zooveel mogelijk voorkomen, door elke compagnie gedeeltelijk en tirailleur, gedeeltelijk en soutien te plaat sen. Dit laatste wordt dan ook uitdrukkelijk in het Duitsche re-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 220