218 penden vijand af ie slaan, doch zij deed dit meestal in gesloten orde. Waar eene tirailleurlinie gevormd werd, was dit nog de onpractische, on samenhangende, dunne tirailleurlinie met hare groepen van vier manen dat zulk eene linie soms werd doorgebroken, laat zich begrijpen; dat zij meestal op de reserve terugtrok, lag in den geest van het vorige regle ment. Wij vertrouwen echter, dat de Infanterie, als zij eenmaal bedre ven is in de nieuwere vechtwijze, met hare groote tirailleurgroepen en hare even sterke, nauw met die groepen verbonden soutiens, met gerust heid zulk een klewangaanval staandevoets zal afwachten en af slaan. Het volgende geeft een voorbeeld van de stoutmoedigheid, waarmede de vijand daarbij soms te werk gaat. Bij de tweede lan ding der le expeditie tegen Atjeh, op den 8en April 1873, stond de 6e compagnie van het 12* bataljon het eerst op het strand en rukte da delijk met eene sectie en tirailleur vooruit, maar werd, terwijl de le compagnie zich nog formeerde, door den vijand uit het kreupel hout achter den duinrand eerst beschoten eu daarna met den klewang aangevallen. De tirailleurlinie trok terug en gaf daardoor de re serve gelegenheid, een snelvuur te openen, wat echter den vijand niet weerhield, door te dringen en zoowel de 6° als de 1° compagnie aan te vallen. Hierdoor ontstond een woedend gevecht, dat hoogstens 5 minuten duurde. De vijand werd echter gedwongen, naar den boschrand terug te trekken, 82 dooden achterlatende. Het verlies der onzen bedroeg 2 dooden en 9 gewonden. 44 en 45. Het defensief gevecht. In deze paragrafen behandelt het reglement uitsluitend de passieve verdediging. Nergens wordt voorgeschreven, dat de verdediger ter- juister tijd tot het offensief moet overgaan, dus eene actieve verdedi ging moet voeren. Daardoor is het dool van de verdediging geheel miskend. „Le combat defensif intelligent doit toujours renfermer en lui l'offensive." 1 on Scherff geeft het doel eener actieve verdediging aldus aan Militaire Spectator, 1878. Maarschalk Bwjeaud.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 226