220
Wechmar het volgende „Overal waar men den vijand in ons vuur kan
laten loopen, dat wil zeggen: waar men hem verrassend onder gun
stige omstandigheden kan beschieten, zal men hem tot op korten
afstand laten naderen en hem dan plotseling met een vernietigend
snelvuur ontvangen. Waar echter de vijand reeds kennis van onze
aanwezigheid draagt, daar zal men zich de voordeelen van de eigen
gedekte stelling en van de kennis der afstanden ten nutte maken om
den aanrukkenden vijand reeds in de verte verliezen toe te bren
gen." Deze regels kunnen door de Infanterie van het Indische
leger even goed toegepast worden, doch zouden wij bij dat verrassend
vuur aan salvo's de voorkeur geven boven snelvuurde salvo's
kunnen snel genoeg achtereen volger, en de troep blijft beter in
de hand.
Omtrent het schatten van den afstand teekenen wij nog aan, dat
daartoe reeds met vrucht infanteriesalvo's zijn aangewend.
De formatie, in 45 van het reglement aangeduid, is te opper
vlakkig; ook wordt niet van eene zelfstandig strijdende compagnie
gesproken. Op het voetspoor van den Generaal Lewal stellen wij
voor eene compagnie, die tot een defensief gevecht bestemd isde
zelfde grond-gevechtsformatie vast, die wij voor den aanvaller ge
kozen hebben, dat isdrie sectiën geëclielonneerd en de vierde in re
serve. De sectie is dus ook hierbij de gevechtseenheid der compagnie.
Aan iederen sectiecommandant wordt een gedeelte der stelling
aangewezen. Hij plaatst daarin zijne tirailleurgroep zoodanig, dat
deze in verband met de andere groepen het front der stelling door
kruisvuren bestrijkt. De tirailleurlinie behoeft geen samenhangend
geheel te vormen. Daar de kracht van den verdediger hoofdzake
lijk in eene goede vuuruitwerking bestaat, moet de tirailleurlinie van
den beginne af zoo sterk mogelijk gemaakt worden. Von Scherff
rekent voor eiken pas van de frontlijn op één tirailleur en voor de
soutienlinie op de halve sterkte der tirailleurlinie. Alsdan zou van
eene sectie, bedoeld in 25 van het reglement, de tirailleurlinie
Het is een erkend feit, dat vele soldaten bij liet snelvuur het geweer niet meer
in den aanslag brengen, maar uit de positie van vaardig aftrekken, zoodat soms
onder hoeken van meer dan 30° wordt geschoten. Deze ernstige fout voorkomt men
grootendeels door het salvovuur.