gevecht aldusDe reserve zal zich vooruit begeven, als zij de ver- eenigde tirailleur- en soutienlinie tot een retour-offensif moet aan zetten; zij zal enkele punten, die sterker worden aangevallen, tijde lijk versterken. Zij neemt de terugwijkende gevechtslinie op om met haar vereenigd meer kracht aan de verdediging te geven en een beslissend gevecht te leveren. De 45 bevat verder nog eenige opmerkingen over het voorzien in de verliezen eener tirailleurlinie, die men beter gedaan had met achterwege te laten. Zooals nu de laatste alinea van die luidt, kan daaruit de gevolgtrekking worden gemaakt, dat de soutiengroepen (Er staatde tirailleurs der soutienlinie.) allereerst moeten dienen voor gekwetstendragersen daarna de vrije plaatsen in de tirailleur linie kunnen innenien. "Wij vreezen, dat menige soutiengroep op die wijze zeer spoedig door al te groote hulpvaardigheid gedund zou worden. Geen enkelen soldaat, die voor het gevecht bestemd is, moet op zulke wijze de gelegenheid gegeven worden, zich aan den strijd te onttrekken. De zorg voor de gekwetsten berust bij den compagniescommandant. Hij moet weten of de Geneeskundige dienst al dan niet in staat is,'op behoorlijke wijze voor hunne verwijdering uit de gevechtslinie zorg te dragen. Mocht dat gebrekkig geschiedendan kan hij bepaalde manschappen daartoe aanwijzen, maar verbiedt ten strengste, dat elk ander zich om die reden uit de gelederen verwijdert. Dergelijk voorschrift behoort echter bij de algemeene bepalingen of grondregels, maar niet tusschen het imperatief gedeelte van een reglement geplaatst te zijn. •Zooals wij dus zien, bepaalt zich het reglement tot eene opper vlakkige aanwijzing hoedanig eene defensieve stelling moet bezet wor- Zie hieromtrent de „Taktisclie wenken, ter dienste van de officieren bij de 2e expe ditie tegen Atjeh1873, op last van Generaal Van Swietensamengesteld door den Gener aal-Majoor Ver spy ch. Eene Duitsche compagnie heeft één Lazareth-gehülfo, eene OostenrijJcsche 4 zieken dragers. Bij de samenstelling der 2e expeditie tegen Atjeh waren bij de troepen der le en 2e brigade elk 6 ambulances met 6 officieren van Gez. en 42 man hospi taal-personeel, en bij de 3e brigade 7 ambulances met 7 off. van Gez. en 40 man hospitaal-personeel ingedeeld. Yoor de le expeditie zijn deze gegevens- te vinden in het rapport der „Commissie van enquête."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 230