227
uit compagnieën, sectiën cn zelfs escouades kunnen bestaan. Yele
zwakke echelons verdienen de voorkeur boven weinige sterke. In
elk echelon moeten de manschappen dicht bijeen gegroepeerd blijven.
Op korten afstand moeten zich de soutiens bevinden, voorzien van
cacolets. Het teruggaan der echelons geschiedt snel, maar zon
der overhaasting. Wordt een echelon van alle zijden sterk bedreigd,
dan mag het niet teruggaan, maar moet de commandant der achter
hoede hot ondersteuning zenden. Eerst nadat alle echelons weer
op eene zelfde lijn gekomen zijn, wordt de teruggaande beweging
hervat. De commandant van elk echelon moet zich voortdurend
beijveren om het vuur zijner gedekt geplaatste manschappen te
leiden, met zorg de terreindekkingen te kiezen, standvastig te
blijven, zijn troep in de hand te houden en elke neiging tot per
soonlijk initiatief te onderdrukken. Het teruggaan geschiedt op
commando's. De Kabijlen kennen onze signalen en als zij het
signaal voor den terugtocht hooren, snellen zij toe om de positie
te bezetten, die wij verlaten. Wordt de vijand te stoutmoedig, dan
maakt men een retour-offensif met alle echelons te gelijk. Het
effect is gewoonlijk goed, maar men moet er geen misbruik van
maken, daar de marsch der colonne er door vertraagd wordt. Ook
kan men soms met vrucht in een ravijn of in dichtbegroeid terrein
eene hinderlaag leggen, die den haastig opdringenden vijand in flank
of rug of zelfs a bout-portant in front ontvangt. De achterhoede
wordt altijd aan een élite-troep toevertrouwd.
Keeren wij thans weer tot het lnclisch reglement terug. Het
zal den lezer nu duidelijk zijn, dat 46 de compagnie in een an
deren toestand veronderstelt dan 47, en dat wij met recht den
terugtocht volgens 46 een gedwongen noemden. De tweede
alinea van 46 is weer ten onrechte in de compagniesinstructie
ingelascht, als men het bestaan eener compagniesreserve als nor
maal aanneemt. Wil men dit niet, dan is het voorstellen van eene
reserve door een gedeelte der compagnie -verkeerd. Men gebruike
en leere geen gevechtsvorm, dien men niet in het werkelijke ge
vecht wil toepassen.
Cacolet, draagkorf voor muildieren, geschikt voor het vervoer van één gekwetste.