248 en scherpschutters, onder Luitenant De Bruinhadden de hoogten ten zuiden van Siloh reeds beklommen, toen de opstandelingen, ter sterkte van ongeveer 300 man, meest allen te paard, uit de dessa te voorschijn kwamen, en in wanorde op de vlucht togen. De Brum liet terstond een hevig tweegelederen-vuur op hen maken, wat aan velen het leven kostte, en de verwarring nog deed toene men; de Ritmeester De Latre stortte zich vervolgens met de geza- mentlijke ruiterij door den oostelijken ingang op hunne dichtste drommen; de jagers en scherpschutters werden daardoor verplicht hun vuur te staken, en kregen bevel in de kom neder te dalen, om de ruiterij te ondersteunen. Thans volgde er een strijd, wild en vol verbitteringIntusschen pogen zich aan den weste lijken uitgang een vijftigtal brave en getrouwe pradjoerits te scharen, om den aftocht van hun sultan te -dekken; het juist treffend vuur der jagers brengt hen echter aan het wankelen, en De Latremet de hoofdmassa der ruiterij, werpt hen weldra geheel overhoopen doet twintig der hunnen in het stof hijten. Terwijl dit alles op verschillende punten bijna gelijktijdig voor valt, draagt Sollewijnziende, dat er met de Infanterie weinig- was uit te richten tegen den alom vliedenden vijand, het bevel daarover aan den Luitenant De Bruin op, gelast dezen hem zoodra mogelijk te volgen, roept met de trompet zijne ruiterij hij het gedeelte, dat nog onder De Latre strijdende is, stelt zich aan haar hoofd, en snelt Dipo Negoro achterna." De vervolging was hardnekkig, en werd tot aan den rechter Progo- oever voortgezet. Bij het overzwemmen der Progo gelukte het den huzaar Doorenboom tegelijk met Dipo Negoro den rechter Progo- oever te bereiken. Hij loste zijn pistool op den opstandeling, doch miste, en werd toen door den vijand overhoop gestoken. Raast de vermelding van deze wapenfeiten, die aantoonen, welk nut goed aangevoerde Cavalerie ook op Java bewijzen kanwillen wij nog op enkele gevallen opmerkzaam maken, die aantoonen, dat daar, waar dit wapen, om de eene of andere reden niet aanwezig- was het gemis meermalen levendig werd gevoeld. In de beschrijving van een gevechtdat onze troepen den 290n Sep tember 1825 tegenover Wodjo aan de Bogowonto leverden, meldt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 256