251 Gaan wij nu na, dat de versterkingen van Pasempa bijna onneem baar waren, dat de Koningin, die te Pasempa haar verblijf gevestigd liadovei'haast de vlucht nam, toen zij hoorde, dat hare hoofdmacht verslagen en van Pasempa afgesneden was, dat de verdedigers van Pasempa toen ook den moed opgaven en terugtrokken, zoodat Pasempa zonder gevecht door ons genomen werd, en later ook Pampanoea zonder tegenstand werd bereikt, dan mogen wij voorzeker het resultaat, dat door de Cavalerie verkregen werd, schitterend noemen. Het succes door de Cavalerie behaald bij gelegenheid der expeditie naar de ToeratealandenBinamoe en BanJcala in October 1863, is ons door een ooggetuige als volgt beschreven. De voor de expeditie bestemde troepenmacht bestond uit: eene compagnie Europeanen van het garnizoensbataljon van Celebes; twee compagniën Inlanders van het 5e bataljon Infanterie; eene sectie Artillerie 3 1Ê en twee mortieren van 13 duimdertig Europeesche Cavaleristen en zeven Sapeurs. Deze troepen rukten den 150n van Makassar naar Taka- lar (hoofdplaats der Zuiderdistrictenen den 17en, nadat de Gou verneur van Celebes en Onderhoorigheden, Kolonel W. E. Kroesen het bevel op zich genomen had, van daar naar Bankala. Den 18on werd de grens van Bankalade rivier Batoe napara, overge trokken, en het pad gevolgd, dat van daar naar Tanatoa en Bon- thain loopt. Yan af da grens bestond het terrein uit eene sterk gol vende vlakte, waarop slechts hier en daar kleine partijen bosch en struikgewas voorkwamen, doch die voor het grootste deel met laag gras en overigens met alang-alang was bedekt, en waarvan de har de bodem uitmuntend geschikt was voor de bewegingen der drie wapens. Tegen 8 uur v. m. zag men den vijand, die de hoogten en het plateau voor Parangsangan baroe bezet had. De hulptroepen der Zuiderdistrictendie ter sterkte van 2000 man de kolonne voorafgingen, hielden nu halt, en waren er niet toe te bewegen, ver der tegen den vijand op te rukken, die in 3 massa's op het boven genoemde plateau was opgesteld. Yoor dit plateau strekte zich eene komvormige vallei uit, die door een lagen hoogterug van do ko lonne gescheiden was. De kolonne rukte nu de hulptroepen voorbij, en den hoogterug over, om daarna langs eene zachte helling in de vallei af te dalen. De vijand bedreigde nu weldra ons front, waar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 259