255 - oog op eene verdediging tegen een Europeeschen vijand, dan zou men nog kunnen beweren, dat de Staat die offers niet zou kunnen dragen. Maar dit is geenszins het geval. Noch het leger, noch de vloot behoeft daartoe eene grootere sterkte te verkrijgen, dan voor onze oorlogen met Inlandsche vijanden nooclig is. Wel worden een drietal pantserschepen, eenige snelloopende stoomers en eene eenigs- zins sterkere cavaleriemacht vereischt, maar pantserschepen zijn even zeer noodig tot machtsvertoon tegenover Inlandsche kuststaten, en snelloopende stoomschepen tot het uitoefenen eener strenge blokkade, waarin de langzame stoomers onzer Marine in de wateren van Atjeh te kort schoten; terwijl de meerdere Cavalerie, zooals wij reeds za gen, bij expeditiën uitmuntend kan gebruikt worden tot het bewa ren der rust op Java, en dus zoodoende de taak kan vervullenwaarvoor men anders eenige Infanteriekorpsen zou moeten bestemmen. Slechts het aanschaffen van torpedo's en torpedobooten, het versterken van Tjilatjapdat nu voor elk vijandelijk gepantserd eskader open ligt, en het oprichten van weinig beduidende werken tot strandverdediging te BataviaSamarang en Soerabaja zijn dus maatregelen, die, alleen met het oog op een Europeeschen vijand, moeten genomen worden. En zouden nu de daarvoor vereischte en, met het oog op het te verkrijgen resultaat, zoo geringe geldelijke offers eene reden mogen zijn, om Java in een onverdedigbaren toestand te laten. Wij kun nen daarop uit volle overtuiging een ontkennend antwoord geven, en gelooven daarmede de meening uit te spreken van het officierskorps van het Neclerlanclscli-Indische leger, dat niets vuriger wenscht, dan Insulinde voor Nederland te bewaren, en zelfs als Nederland mocht gevallen zijn, deze schoone gewesten voor het zoo beminde Vorsten huis te bewaren. In deze bijdrage meenen wij te hebben aangetoond, dat ingeval van een oorlog tegen een Europeeschen vijand, de tegenwoordige sterkte der Cavalerie een minimum is, zal men Java met vrucht kunnen verdedigen. Wordt het Nederlandsch-Indische leger dan ook beroofd van de zoo noodige Cavalerie, dan zal het niet in staat zijn, de verschil lende accessen te verkennen, die toegang verlecnen tot het centrum

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 263