262 tweede woord begonnen, enz., enz., tot dat het geheele verhaal is afgeloopen, waarop A., als beëindiging van het geheel, al de bovenste ballen te gelijk half strijkt. De bovenste ballen te gelijk gestreken op de onderra, beteekent Ja-, de onderste ballen gestreken, Neen. Wil een post te kennen geven, dat zijn telegraaf defect is, dan worden eenige ballen gevierd, andere blijven in rust; zoodanig dat hieruit geen sein gelezen kan worden. Aan die ra's kunnen ook de lantaarns worden geheschen voor nachtseinen; men heeft dan maar eenige ballen los te maken en do lantaarns aan te slaan aan de hijscklijnen. De driehoeken vormt men bijv. door de lantaarns te liijschen op de plaatsen van bal 1, bal 8 en bal h of wel van bal b, bal p en bal 4. Ik geloof, dat bovenstaand stelsel nog al eenvoudig is en het grooto voordeel heeft, dat ieder postkommandant met eigen middelen een telegraaf kan oprichten. Wenschelijk is het of om de ballen met een paar steenen te ver zwaren, zoodat ze bij het strijken met veel wind niet te veel heen en weêr waaien, of wel er van onderen eindjes aan vast te maken om ze het uit het lood waaien te beletten. Dit zijn echter kleinig heden; en ieder postkommandant zal wel een middeltje kunnen vin den om er voor te zorgen, dat de ballen recht naar beneden gevierd worden. Mocht men er toe overgaan om vergelijkende proeven te nemen met de stelsels Kromhout en Schaf er, dan geloof ik, dat het aanbeveling- zou verdienen om ook het hierboven beschreven stelsel eens, laat ik liever zeggen, met aandacht te beproeven. C. J. Marinkelle, Luitenant ter zee der le. lclasse. Soerabaja, October 1879. Zoo zal ook ieder postkommandant zeker allo ballen gelieel op den grond vieren, als het hard gaat waaien om den windvang te verminderen; en men zou als regel kunnen aannemen om ze 's avonds met zonsondergang in alle gevallen te strijken. Men is dan 's nachts ook gereed voor het aanslaan van nachtseinen. Zoo ook moet men er op bedacht wezen, dat bij het brassen van de ra's het stengenwant wordt los gegooid; op de teekening is aangegeven hoe daarvoor het stengenwant varen moet, en wel door twee oogen of stropjes op den band onder de zalings, naar beneden, waar liet belegen en vastgezet wordt op twee klampjes of pennen, aan de mast bevestigd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 270