2?4 noodig is. Men mag in Indië dan roepen om ondersteuning, want de telegraphische gemeenschap zal wel verbroken zijn, maar Neder land behoudt zijne toereikende zee- en landmacht, waarvoor de Ko ning moet zorgen en de Ministers verantwoordelijk zijn. Wie de ge schiedenis van ons staatsrecht nagaat, zal moeten beamen, dat de Nederlandsche legerorganisatie aan de beginselen van de Grondwet van 1798 en van 1814 heeft voldaan, en dat werkelijk vóór 1815 het splitsen van vrijwilligers en militiens en het zendon van eerst- genoemden naar Indiein tijden van nood, in de bedoeling heeft go- legen, maar hij zal ook bespeuren, dat de Nederlandsche vertegen woordigers na 1815 daarvan, ten deele op goede gronden, zijn terug gekomen. De tijden van rust voor het Nederlandsche leger hebben eene andere zienswijze doen ontstaan, terwijl do veranderde maat schappelijke toestanden dwongen tot herziening der bepalingen, waar toe niet weinig heeft bijgedragen de meer liberale richting van het staatsbestuur. Den 28 November 1818 werd reeds een wetsontwerp aangenomen, waarbij de liniebataljons over de militie bataljons werden verdeeld, zoodat het staande leger geen afzonderlijk deel van het Ne derlandsche leger bleef uitmaken. Het was eene ontbinding der vaste landmacht. Dat zulk een maatregel uit het oogpunt van eene goede legerorganisatie niet gewenscht is, behoeft geen betoog, maar hot voortdurend incompleet, niettegenstaande alle genomen moeite, kan als verdediging daarvoor worden aangenomen. Die weinige lust tot dienst neming sproot niet voort, omdat de natie, meei dan vroeger, een afkeer had gekregen voor de krijgsdienst, maar wel omdat de vredestoestanden minder gebrek deden bestaan, waardoor zoowel de lust als de nood, om zich bij het leger te doen inlijven, sterk verminderde. Men zag in 1818 reeds, dat art. 202, G. W. 1815 te veel eischte. In het voorstel tot grondwetsherziening, in 1844 gedaan, komt onder andere voor Wanneer wij in de grondwet lezen van eene toereikende land- en zeemacht, dan is het niet twijfelachtig, dat hiermede eene vaste, op zich zelf staande, van de militie onafhankelijke macht 'wordt bedoeld om te dienen in of buiten Europa. Hebben wij zulk eene macht? Wij heb ben die noch ter zee noch te land. Het is niet gelukt zulk eene

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 282