284 ba ja werd bij nader besluit van 1877 die toelage insgelijks toegekend. Feitelijk ziet zich dus de apotheker 2Je klasse tenachtergesteld bij den officier van gezondheid 2do klasse, wat tractement aangaat-; van promotie spreek ik nog niet. Ziet hij zich dan gelijkgesteld met de eerste luitenants der ver schillende wapens? Ook dat niet; hij staat bij hen, wat zijne toe komst aangaat, verre ten achter. Zijne tijdgenooten ziet hij, al zijn er onder hen, die met een verlicht examen officier geworden ziju, op hun tijd tot den kapiteinsrang bevorderd, terwijl het voor hem weggelegd is, nog verscheidene jaren, als apotheker tweede klasse, tal van officieren met veel korter diensttijd tot den kapiteinsrang aangesteld te zien. Is dat niet bitter? Hij had zich toch niet voor kunnen stellen, zijn pensioen als lsten Luitenant te verdienen, niet tegenstaande zijne beste pogingen? En dat geval zal zich wol voor moeten doen, wanneer er geene verbetering voor het corps apothekers komt. Ik verwijs slechts naar de berekening van promotie voor militaire apothekers, voorkomende in het Indisch Militair Tijdschrift No. 9, jaargang 1879, waarbij volgens den schrijver het bijna onge- loofelijke als grondslag aangenomen wordtn.l. dat ieder militair apotheker na verdiend pensioen zijn ontslag neemt. Volgens die berekening is de apotheker 2d0 klasse na 17 a 18 jarigen diensttijd Yoor dat tijdstip werden de geneesmiddelen voor de burgerljjke geneeskundige dienst in de stadsapotheek te Soerabaja door een burger-apotheker gereed gemaakt, even als dat nog te Batavia geschiedt. De laatste rekening van dien apotheker be droeg f 40000 voor dat jaar. Thans echter bedraagt de totale som voor genees middelen aan diezelfde burgerlijke instellingen, aan ambtenaren, behoeftigen, enz. per jaar 4 a 5000! Rekent men daarbij de toelagen aan de twee apothekers (per jaar f 1800) dan betaalt het Gouvernement voor de verstrekking dier genees middelen, waarvoor het vroeger ongeveer f 40000 betaalde, (neem gemiddeld f 35000 per jaar) nu de luttele som van f 6 a 7000. De toekenning dier toelage voor civiele dienst aan die militaire apothekers was dus niet alléén in het belang dier apothekers zeiven, maar voornamelijk in het belang van 's lands schatkist. Die regeling gaf dus voor Soerabaja alleen eene verminderde uitgave van minstens f 28 a 35000 'sjaars, en zoodanige regeling van verstrekking dier geneesmiddelen, ook te Batavia toegepast, waar echter door de uitgestrektheid der stad en het groote aan tal ambtenaren, behoeftigen en armengestichten zeker 2 garnizoens-apotheken noodig zouden zijn, zou die bezuiniging ongeveer met het dubbele dier som verhoogd worden; in 'tgeheel dus minstens f 70000. 'sjaars! Yoor dat geld is de positie der militaire apothekers te verbeteren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 292