289 in het stuk over „De geneeskundige dienst iu Atjelivoorkomt over het bivak te Pemjoencjin strijd met hetgeen door andere, even geloofwaardige personen daaromtrent is medegedeeld. Eerstelijk door den heer Von BUitzingslöwendie in een schrijven aan het centraal comité van het „Roode" Kruis oorspronkelijk niet bestemd voor pu bliciteit, maar in het verslag van Juiii 1873 tot ultimo Februari 1874 opgenomen, omdat het, als komende van iemand met zulk eene rijke ondervinding achter ziclien wiens oordeel niet verdacht kan lieetenen dus voor het publiek niet onverschillig kon zijn, hot volgende zegt: „Onze troepen liggen aan de beide oevers van de Atjeli-rivier in de nabijheid van den Kraton. Ons bivak is een verlaten kampong, waar alle huizen en struikgewassen verdwenen zijnen alleen de klapperboomen hunne beschermende palmen over ons uitstrekken." „Ik durf gerust zeggen, dat het een model bivak geworden is, dank de daaraan bestede moeite." „Onze soldaten zijn dan ook hoogst tevreden gestemd. Een breede weg loopt langs de rivier, waar eene drukte heerscht als in eene volkrijke stad." Evenmin komt hetgeen in het stuk „De geneeskundige dienst in Atjeligezegd wordt over het bivak te Penajoeng.overeen met de beschrijving, die Van Braam Houckgeest daarvan geeft in zijn geschrift „De mariniers te Atjeli"zie den „Militairen Spectator," 1875, bladz. 660; o. a. zegt die schrijver, wat betreft de privaten: „De privaten bevonden zich, voor het meerendeel, aan de rivier zijde, en wel zoodanig, dat zij daarboven uitgebouwd waren. Daarwaar de afstand tot de rivier te groot wasbevonden zich ook privaten binnen het bivak. Deze werden gevormd door ge graven kuilen, die later weder met aarde werden gedicht." „De voeding der troepen is zóó uitstekenddat het stelsel van „Het Roode Kruis" om geene ververschingen dan aan gewonden en zieken te verstrekken, volkomen juist is," zegt verder een oogge tuige, een gekwetst officier, op bladz. 34 van hot „Yerslag van 19 Soms bleven met laag water faocale stoffen liggen, die met hoog water werden weggevoerd. Dat was de kwestie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 297