295
pagniescolonucs heeft een geïsoleerd strijdend bataljon liet op de beste
wijze in de hand om tot bereiking van een bepaald gevechtsdoel niet
meer krachten te gebruiken dan noodig zijn. Bij de opleiding tot het
gevecht is het niet noodig om talrijke en menigvuldige formation
of kunstmatige manoeuvres te beoefenen. Weinige, eenvoudige, vor
men zullen voldoende zijn. Maar dringend noodig is het, dat elk
bataljon die eenvoudige vormen, welke de oorlog vordert, onder alle
omstandigheden in ongunstig terrein, in 't duister, ongerangscliikt
en met verkeerd front mot orde en zekerheid weet uit te voeren."
Wij verwijzen verder naar de inleiding onzer studie, in den vori-
gen jaargang van dit tijdschrift, afl. 7, bladz. 7 en 11, alsmede
naar onze uittreksels van andere reglementen, waarin de formatie in
compagniescolonnes tot het voeren van het gevecht algemeen wordt
voorgeschreven.
Onder de grondregels moet verder opgenomen worden, wat nu in
53 van de 3° afdeeling staat. Wij zouden echter wenschen, dat de
zelfstandigheid der compagnie meer beslissend word vooropgesteld.
Het OostenrijJcsch reglement noemt de compagnieën de dispositie
eenhedenhet Fransche noemt zo de gevechtseenheden van het batal
jon. Beide benamingen liebben ten doel, den bataljonscommandant
tot geene kleinere onderdeelen te doen afdalen. De compagnieën
werken samen tot bereiking van een gemeenschappelijk dool in min
of meer gelijken vorm, op gelijke of verschillende momenten. Dit
te regelenhet samenwerken der compagnieën voor het beoogde
doel te verzekeren en de uitvoering na te gaan, is de taak van
den bataljonscommandant. Hij maakt zijne compagniescommandan
ten bekend met het gevechtsdoel en de wijze, waarop hij het ge
vecht denkt te voerenhij moet zijn naaste doel steeds duide
lijk aanwijzen. De compagniescommandanten moeten zorgen in den
geest der ontvangen dispositie te handelenzij zijn verplicht om
het verband met de nevenstaande afdeelingen ook zonder be
paald bevel daartoe op de doelmatigste wijze te verkrijgen. Do
genoemde 53 stelt slechts vast, dat de commandant der tirailleur-
linie meer zelfstandig handelt. Dit is niet duidelijk genoeg, daar
volgens §50 do tirailleurlinie uit gedeelten van 2 compagnieën kan
bestaan. In dit geval is er geeno sprake meer van den commandant