300
naar voren trachten te winnen, totdat men haar ondersteunen kan.
Zij is dus feitelijk het eerste gevechtséchelon geworden. Daarom
is do plaats van den colonnecommandant bij de voorhoede en niet aan
het hoofd van het gros.
De voorhoede-compagnie gaat van de marschformatie over tot de
gevechtsformatie op de wijze, als door ons aangeduid werd in den
vorigen jaargang van dit tijdschrift, afl. 11, bladz. 400.
Elke compagnie uit het 'gros, die achtereenvolgens voorgeroepen
wordt, neemt op eene der door ons aangegeven wijzen do normale
gevechtsformatie aan. (Zie bovengenoemde aflevering 11, bladz. 397.)
De overige compagnieën blijven gesloten; als het terrein zulks toelaat in
compaguiescolonnes, op geheel open terrein gedeploijeerd. (Zie 51,
Tirailleurscliool, laatsten regel.) Welk beeld vertoont ons nu zulk een ba
taljon, nadat het zich ten aanval heeft ontwikkeld? In de eerste plaats is
dit afhankelijk van het object. Kan dit alleen in front worden aange
grepen, dan zullen in de eerste periode van den aanval gewoonlijk twee
compagnieën, waarvan eene de voorhoede heeft uitgemaakt, voldoende
zijn om den aanval behoorlijk voor te bereiden. Deze compagnieën heb
ben de normale gevechtsformatie aangenomen, dus elk 3 sectiën naast
elkander ontwikkeld met éénë groep in de tirailleurlinie en ééne groep
in de soutienlinie, terwijl de vierde sectiën als compagniesreserven vol
gen. Derhalve vormt de voorste gevechtslinie 3 échelons; er kan
dus nooit sprake van zijn, zooals in 50, dat eene geheele compagnie
en tirailleur wordt opgelost en eene andere compagnie zich in ver
schillende soutiens verdeeltde zelfstandigheid der laatste compagnie
vooral zou dan dadelijk verloren gaan.
In de tweede gevechtslinie volgt eene derde compagnie als hoofd
troep.
Met hetgeen het reglement in 51 over dien hoofdtroep zegt, kun
nen wij ons wel vereenigen; wij verschillen slechts in eenige details.
Wat bijv. in de 2e alinea van 51 aan den hoofdtroep wordt
opgedragen, is in onze gevechtsformatie de taak der compagniesre
serven. (Zie I. M. T. 1879, ail. XI, bladz. 410.) Die 2° alinea is
dan ook in strijd met de 3°; als een troep intact moet blijven, tot
de beslissing nadert, mag hij niet vooraf naar verschillende punten
gezonden worden.