- 301 De afstand van 400 a 500 pas is tegenover den Inlanclschen vijand te groot en kan gerust op de helft gesteld worden, vooral bij het bestaan van compagniesreserven. De hoofdtroep moet niet te gelijk met de gevechtslinie eene beweging uitvoeren, maar daartoe zich de momenten ten nutte maken, waarop de geheele tirailleurlinie uit eene bereikte dekking haar vereenigd vuur op den vijand richt, dus niet zelf in beweging is, en de sterke kruitdamp aan den vijand het ge zicht beneemt. Hoedanig die bewegingen in het vijandelijk vuur moeten worden verricht, toonden wij reeds vroeger aan. (Zie I. M. T. 1879, afl. XI. bladz. 407 en 412.) Het oogenblik, waarop de beslissende stoot door den hoofdtroep kan gegeven worden, hangt af van den afstand, dien hij nog van de vuurlinie verwijderd is. Von Scherff neemt daarvoor circa 50 pas aan. De uitwerking van het snelvuur onzer vuurlinie is te bespeuren aan het afnemen van het vijandelijk vuur. Yan deze gunstige omstandigheid moet men ge bruik makenmen overstelpt den verdediger nog met eenige salvo's; de kruitdamp maskeert den aanvang van den stormloopalles stort zich op den vijand. Het dekken van de flanken der tirailleurfome is niet do bestemming van den hoofdtroep, maar van de soutiens, en, als deze versmolten zijn, van de compagniesreserven. Bovendien zij hier herinnerd, dat eene linie geene flanken maar vleugelsheeft. Het te gengaan van een vijandelijken Aankaan val is meer de taak der ba taljonsreserve, zooals 52 dit ook voorschrijft. Eindelijk volgt de bataljonsreserve. Haar doel wordt in 52 van het reglement vrij goed aangegeven. Er kunnen zich echter om standigheden voordoen, die het noodig maken, dat men tot den laatsten man inzet, al zijne krachten inspant om het succes te behalen; dit vermeldt het reglement niet. De sterkte der reserve wordt in het reglement niet bepaald. (Zie 49.) De reserve van het bataljon moet een tactisch geheel vormen, een eigen commandant hebben, veel samenhang bezitten, en kunnen handelen zon der het verband in de slaglinie te verbreken. Aan deze eischen wordt voldaan, als men de sterkte der reserve op ééne compagnie bepaalt. LewalVon Boguslawski en sommige reglementen nemen dan ook voor dc reserve van een geïsoleerd bataljon bepaald de sterkte van écno compagnie aan. Von ScherffBüstowVon Wechmar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 309