304 omdat, deze liet ia de hand houden van den troep het meest bevordert. In ons ontworpen gevechtsbeeld van het geïsoleerd aanvallend bataljon namen wij aan, dat het object slechts in front kon worden aangegrepen. Daar de frontaanval altijd de moeilijkste aanvalswijze blijft, was hierbij dan ook een hoofdtroep en eene reserve achter de vuurlinie opgesteld. Wij moeten nu nog eene andere combinatie hespreken, die in onze gevechten tegen den Tnlandschen vijand ruimschoots hare toepassing vindt en veelal een goed resultaat op levert; wij bedoelen de vereeniging van den front- mot den flank- aanval, of soms met de omtrekking. Bij zulk een gecombineerden aanval treden de compagnieën volstrekt zelfstandig op. Na de verkenning van het object door de voorhoede-compagnie zal elk der beide compagnieën van den hoofdtroep gewoonlijk eene zelfstandige opdracht verkrijgen, en zal de laatste compagnie in reserve volgen achter die afdeeling, welke de zwaarste taak te vervullen heeft. ooral bij deze aanvalswijze springt het nut eener normale ge vechtsformatie voor de compagnie bijzonder in het oog en blijkt de noodzakelijkheid van de compagniesreserven. Yoor het bataljon, dat zelfstandig verdedigend moet optreden, worden in de 56 en 57 der 3e afdeeling eenige regels gegeven, die wij echter zeer onvolledig vinden. Trouwens ons geheele In- fanterie-reglement is hoogst schaarsch met zijne voorschriften voor het defensief gevecht. Waarschijnlijk is dit toe te schrijven aan de omstandigheid, dat het Indische leger tegen den Indischen vijand in het open veld zelden defensief optreedt. „Offensief optreden tegen don Inlandschen vijand is meestal aan te bevelen, ook voor het moreel onzer eigen troepen. Nimmer mag de soldaat retireeren dan op specialen last; kan hij, aangevallen wor dende, tengevolge zijner zenuwen niet blijven staan, dan vooruit-, maar nimmer teruggaanvooruitgaande is men dubbel sterk." (Tactische aanbevelingen voor den 2en veldtocht tegen Atjeh). Is men gedurende eene offensieve handeling tijdelijk tot het de fensief gedwongen, dan zal elke formatie, die eene goede vuuruit- werking toelaat, (vooral salvo's) voldoende zijn om de vijandelijke aanvallen af te slaan, en daar de Inlandsche vijand soms in alle

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 312