305 richtingen te gelijk aanvalt, heeft de carré-formatie voor het Indisch bataljon hare volle waarde nog behouden. Formation, zooals het verdubbelde bataljon (§19 en 30 B. S. en het carré op 4 gelederen, keuren wij onvoorwaardelijk af, als plaats gebrek niet tot die compacte vormen dwingt. Het defensief gevecht van een zelfstandig bataljon in het open veld zullen wij derhalve behandelen in de onderstelling, dat tegen een vijand gestreden wordt, wiens organisatie, bewapening en vechtwjjze met de onze overeenkomen. Wat het reglement nu in 56 voor schrijft, voldoet ons niet. Daarin treedt de grondregel niet genoog op den voorgrond, dat het defensief gevecht nooit lijdelijk gevoerd mag, maar steeds met offensieve handelingen verbonden moet worden, of wel geheel in het offensief gevecht moet overgaan. Er wordt verwezen naar de formatie van 49wij toonden reeds aan, dat daar eigenlijk geene formatie voorkomten ze bovendien voor een zelfstandig bataljon onbruikbaar is, omdat de zelfstandigheid der compagnie daarin geheel voorbijgezien wordt. Toch eigent zich het defensief gevecht zoo bijzonder voor eene compagniesgewijze Yerdeo- ling der taak. Dat bij de plaatsing der troepen van het ter rein moet worden partijgetrokken, is te algemeenhet reglement moet aangeven op welke wijze dit behoort te geschieden. Het verschil tusschen een retour-offensif en een tegenaanval, do voor- en nadeelen van beiden, de opstelling der voor den tegenaan val bestemde afdeeling, het doel der reserve, het afbreken van het gevecht en den terugtocht worden niet besproken. Tot het verkrijgen van betere grondregels voor het defensief ge vecht zullen wij thans onze beschouwingen over de keuze der stel ling, de wijze van bezetten en de wijze van verdedigen aan het oordeel onzer lezers onderwerpen. Is de verdediger in de keuze zijner stelling vrij, dan zal hij de voorkeur geven aan een terrein, dat naar 's vijands zijde open is 20 Daar de verdediger op verschillende punten zijner stelling den vijandelijken aan val kan verwachten, zoo is het raadzaam om in de strekking der frontbreedte, op niet al te groote onderlinge afstanden, betrekkelijk zelfstandige afdcelingcn naast elkander te plaatsen, waartoe zich de compagniescolonnes bijzondor aanbevelen; zij zijn voor de verdediging de tactische eenheden. Von Sciierff.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 313