315 Hoogstens kan de Indische journalist of publicist zicb bepalen tot het maken van aanteekeningen, instede van de Regeering of de Vertegen woordiging door zijne vertoogen over te halen tot de omhelzing der denkbeelden, welke hij in 't belang van een of meer onderdeelen der begrooting meent te moeten voorstaan. En of nu van de aanteekeningen der Indische pers veel notitie zal worden genomen ten bate van eene volgende begrooting, valt, zelfs in de oogen van optimisten en illusionis ten, te betwijfelen. Stemt ons dit niet vóór de uitvoerigheid, aan onze kantteekeningen te geven, we vragen daarbij, wie moet eigenlijk door den nadeeligen toestand, waarin de Indische pers, met opzicht tot het tijdstip harer beoordeeling, tegenover de Nederlandsche journalistiek geplaatst is onze critiek treffenRegeering en Opperbestuur, die de begrooting in concept brachten, of de Vertegenwoordiging, die haar, na schriftelijk en mondeling debat met haren hoogsten pleiter, goedkeurden Zijn wij voor verdeeling van macht en gezag, we zijn geene aanbidders der gesplitste verantwoordelijkheid. De hoogste rechter, die het vonnis van den lageren rechter approbeert of revideert, draagt daarvan alléén de verantwoordelijkheid tegenover de Natie. Heeft de Uitvoerende macht fouten begaan, aan de "Wetgevende hot recht, maar ook de plichtze te ontdekken en te verbeteren. Hoe veelhoofdiger de Wetgevende macht is, hoe gemakkelijker haar zulks vallen zal. Het afgezaagdedu choc etc. behoeft hier niet te worden herhaald. En bovendien minder afge zaagd H y a quelqyCun qui a plies d''esprit que Rousseau et Vol tairec]est tout le monde. Niet zoo theoretisch, maar feitelijk, is de Ver tegenwoordiging in financieele'n zin tevens de hoogste macht ook voor Indië geworden. Sedert de arresteering der Indische comptabiliteitswet deelt ze weliswaar die macht met den eenigen, Koninklijken, grondwettelijken, Opperbestuurder der Koloniën, zonder hare sanctie evenwel geene wet tige begrooting, zonder haar wil geen geld voor die begrooting. Binnen die grenzen der beide Staatsmachten wensehen wij ons te houden bij de beoordeeling der hier aangekondigde schrifturen. En als we dan daarbij onze meening eens voor altijd te kennen geven, dat het niet tot de roeping van een tijdschrift dat effect van zijne beschouwingen ver wacht kan behooren overtolligen of noodeloozen arbeid te leveren, zal het onze lezers niet verwonderen, dat wij in onze beschouwingen hoofdzake lijk de in de Volksvertegenwoordiging over de begrooting gevoerde debatten tot onderwerp van critiek zullen nemen. Beschouwen wij toch van elke begrooting de wordings- en ontwikkelingsperioden, dan leveren de door de Uitvoerende macht aan de Vertegenwoordiging verstrekte

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 323