316
gegevens en beider daarop gevolgd, zoowel schriftelijk als mondeling
overleg do noodige bouwstoffen voor do vervolgens te houden algomeene be
raadslagingen. Uit die discussion wordt het beginsel, het stelsel, de vorm, hot
lichaam, het zijn begrooting tot stand gebracht, wel is waar ten genoege
van beide staatsmachten, maar zonder het genoegen der Vertegenwoordiging,
zonder dat zij de beurs van het Rijk opent, zonder geld of voldoende
fondsen, niet tot het zijn in staat.
Zondert men uit hetgeen de Minister van Koloniën in zijne memorie
van toelichting over den halfslaehtigen toestand der opleiding van Indi
sche officieren aan de Nederlandsclie Krijgsschool, hetgeen de Commissie
van rapporteurs der Tweede Kamer in haar voorloopig verslag en de
Minister weder in zijne memorie van beantwoording over nog grootere
inkrimping der Cavalerie dan tot 2 eskadrons, hetgeen de Heer Des
Amorie van der Hoeven in zijn toast op den Generaal Van der Heijden,
en hetgeen de afgevaardigden Keuchenius en De Casemhroot en de Minister
van Koloniën, met henover het rooven, moorden en branden in Atjeli
lieten hooren, dan werden bij deze begrooting de zuivere legerbelangen
zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gelaten, en is
alzoo do Indische legerbegrooting voor 1880, eene som van over do
f 30,000,000 vertegenwoordigende, eenvoudig door het Parlement goedge
keurd! Wat zegt men van zoodanige belangstelling in hot Indische
leger
Steeds heeft men het betreurd, dat er onder onze volksvertegenwoor
digers zoo weinig militaire specialiteiten worden gevonden. Ze zijn
er niettemin. Na den dood van De Boo van Alderioerelt, kwam de
Kapitein van den Generaion staf Kool op de banken der linkerzijde voor
het kiesdistrict Arnhem zitting nemen in de Tweede Kamer. Zijne
geloofsbelijdenis tegenover zijne liberale kiezers, een pronkstuk van on
beduidendheid, hebben we hem gaarne vergeven. Bushen Huet zoude
in den hoogsten graad van sarcasme zeggen, wie zich aan knoflook,
jenever en tabak waagt, en zich in het marktgeschreeuw mengt,
moet aan humbug doen. Kapitein Kool dacht even als Henri IY
voor zijn doel: „Paris me vaut bien une messe". Hij is anders
een te degelijk, te ontwikkeld man, om aan algemeenheden te doen in
den trant van: „vooruitgang ook voor Indië, maar zonder schökken."
Wie het voorrecht heeft, den Heer Kool te kennen, acht hem hoog. Er
zijn weinig officieren, die aan eene uitgebreide wetenschappelijke kennis,
een uitmuntend verstand en pen helder hoofd, zoo veel beminnelijkheid
in den maatschappelijken omgang, zoo uitstekende vormen en zoo groote