schouwen van eiken anderen, en in aanmerking te nemen, dat wij hier te
denken hebben aan een verschrikkelijken oorlog, die nu het einde schijnt
te naderen. De Minister moge dus wel in ernstige overweging nemen
om voor dit geval eene retro-active handeling té doen plaats hebben."
Zoo als men nu zeker weet, heeft die retroactiviteit niet plaats ge
had. Het Koninklijk besluit, waarbij de pensioenen der Indische officie
ren zijn verhoogd, is van 1 December 1879. Dat besluit is ter kennis-
se van het algemeen gebracht en wordt dus hier niet overgeschreven.
Daarin iszooals bekend, geene sprake om de nieuwe pensioenen van
terugwerkende kracht te verklaren voor de gedurende 1879 gepensio
neerde officieren. Wij vragen dus, na lezing van het bovenstaande,
ivie heeft in de kwestie der pensioensverhooging voor do Indische officie
ren eene betere houding aangenomenhet Opperbestuur-, d. i. de Minister
van Koloniën, na de in 1878 door den Gouverneur-Generaal aan het officiers
korps openlijk gedane belofte of de Volksvertegenwoordiging, d. i. de Tweede
Kamer, die de wettelijke opvolging van eene bepaling van het begrootingsrecht
eischt. De Staten-Generaal zijn, uit den aard der zaak, in het leger van een
autocratisch geregeerd land als Indie niet populair. Moge echter hieruit weder
duidelijk blijken de juistheid der stelling van den schrijver van „De
wetgevende macht en de ministeriën van landsverdediging," „dat de
fetaten-Generaal nooit gelden hebben geweigerdwanneer deze gevraagd
werden en de noodzakelijkheid der uitgave deugdelijk was aangetoond".
(I. M. T. N° 1, 1879).
Het tweede onderwerp, op het leger betrekking hebbende, dat buiten
de legerbegrooting ter sprake kwam, vindt men in de beraadslaging
over onderafdeeling 5 [Algcmeene secretarie en secretarie van don Raad
van Nederlandsch-Indiê]Daarover sprak de afgevaardigde Fransen
van de Putte oud-Minister van Koloniën het eerst. Het betrof de
verplaatsing van de Algemeene secretarie van Batavia naar Buitenzorg.
Daarvan zeide die afgevaardigde o. m.
„De vertraging, die de terugverplaatsing naar Buitenzorg heeft onder-
onden, is voornamelijk hieraan toe te schrijven, dat overwegingen aan-
liangig waren om de geheele Regering naar Midden-Java te verplaatsen.
Dit plan is echter op den achtergrond geraakt, en nu komt het mij
voor, dat het hoog tijd wordt, dat de Algemeene secretarie weer komt
op de plaats, waar ze behoort, dat is te Buitenzorg
Ik ga verder, en geef de Regering in overweging om
daarmede langzamerhand voort te gaan en ook de directiën van alge
meen bestuur naar Buitenzorg te brengen. Wanneer men wat mij