329 bestemde huldeblijk van oud-leerlingen een even passenden als treffenden vorm van bljjvenden aard behoorde te hebben. Zij koos daarvoor, op voorstel van haren president, een te geven geschenk in de gedaante van een artistiek bewerkten zilveren zuil, op een marmeren voetstuk staande, alles in oud-Javaanschen stijl, met toe passelijke emblemen en opschriften. Bij circulaire van 7 Juni 1878, N° 1, werd van dat denkbeeld kennis gegeven aan alle oud-leerlingen der Militaire Akademie, in IndiS aanwezig, en tevens een verzoek gedaan tot deelneming. Aan dat verzoek werd gevolg gegeven door een groot aantal oud- kadetten en adelborsten onder alle wapens en diensten van het Le ger en de Marine als onder hen, die zich in civiele dienst bevon den of bereids 's Lands dienst hadden verlaten. Inmiddels werkte de president het plan voor het huldeblijk, dat de onverdeelde goedkeuring der commissie mocht inoogsten, nader uit. In teekening gebracht, werd het door tusschenkomst van den Heer Van Arcken, juwelier te Bataviadie op het punt stond, zich naar Europa te begeven, in handen gesteld van den Heer De Touche te Parijsmet de opdracht, het aan de Militaire Akademie te ge ven geschenk volgens die teekening te doen vervaardigen. Om dat geschenk op eene waardige w-ijze op den dag van het halve eeuwfeest uit te reiken, wendde zich de commissie tot Zijne Excellentie den Luitenant-Generaal G. M. VerspijckAdjudant- Generaal van Z. M. den Koning, den Generaal-Majoor J. C. J. SmitsKommandant van het Koloniaal Militair Invalidenhuis op Bronheeken den gepensioneerden Luitenant-Kolonel der Infanterie II. C. StaringKeferendaris bij het Ministerie van Koloniën, allen oud-officieren van het Indische leger, om met den zich met verlof in Nederland bevindenden Kolonel van den Generalen staf K. L. Pfeiffer en den Kapitein der Genie J. J. Staal, mede met verlof, tot eene sub-commissie in Nederland te constitueeren en zich ver der met nog eenige officieren en oud-officieren van het Indische leger op den dag van het halve eeuwfeest tot eene deputatie van oud-leerlingen der Militaire Akademie uit het verre Oosten te veree nigen. Aan dat verzoek werd op eene welwillende wijze voldaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 337