331
Op het diner der reünisten, dat den middag van dien dag binnen
liet gebouw der Akademie plaats vond, werd door den Generaal-
Majoor C. M. II. Pel van het Nederlandsclie leger een welspreken
de heildronk ingesteld op het Indische leger, die door den Luitenant-
Generaal Verspijck onmiddelijk werd beantwoord. De woorden van
beide sprekers werden met buitengewone geestdrift toegejuicht.
De bijzondere demonstration en talrijke bewijzen van sympathie,
welke de Indische deputatie tijdens de viering van het vijftigjarig
bestaan der Akademie ondervond, golden verder tot bewijs, dat het
door Indische oud-leerlingen te geven geschenk op hoogen prijs
werd gesteld.
Eerst den 14en Mei 1879 kon dat geschenk aan den Gouverneur
der Akademie worden overhandigd. Door overlijden, ziekte of
verhindering van sommige leden der deputatie van September 1878,
geschiedde die aanbieding ten overstaan van de ondervolgende com
missie
Luitenant-Generaal G. M. Verspijck.
Generaal-Majoor J. C. J. Smits.
Luitenant-Kolonel der Genie G. E. V. L. Van Zuijlen.
Majoor der Genie L. J. Resner.
Kapitein der Genie J. J. Staal, en
1° Luitenant der Infanterie L. F. A. Winckel.
Met het treffen der voorbereidende maatregelen daartoe had zich
welwillend belast de le Luitenant ingenieur bij het Nederlandsclie
leger C. I. Snijders.
Bij hare aankomst te Breda in ,den morgen van den 14™ Mei
1879 werd de deputatie aan het stationsgebouw verwelkomd dooi
den Gouverneur en den 1™ officier der Akademie (den Luitenant-
Kolonel der Infanterie A. Pompé) en door eerstgenoemde autoriteit
uitgenoodigd, gebruik te maken van een dejeuner ten zijnen huize,
waaraan ook twee Indische officieren deelnamen, die, als oud-kadet,
overgekomen waren om bij de aanbieding van het geschenk tegen
woordig te zijn. Dit werd intussclien, door eene vlag gedekt, op
het buitenplein der Akademie op een piëdestal gesteld, vóór het
midden van eene smaakvol aangebrachte groep bloemen en gewassen,
en bewaakt door een detachement van 4 oud-krijgers van het Indi-
