340
waarop zulks moet plaats hebben, zijn geheel verschillend. De on
dervinding door het in Nederland jaarlijks terugkeeren van dezelfde
soort van leerlingen, die denzelfden leeftijd hebben, doet de strenge
controle van de verantwoordelijke meerderen gemakkelijk en het be
staan van bruikbare onderwijzers mogelijk zijn. Het hoofddoel van
het opkomen der militiens is bovendien niet het ontvangen van on
derwijs in lezen, schrijven, rekenen, enz., maar in het vormen van
geoefende militairen, waardoor de uren, voor het schoolonderwijs
bestemd, dikwijls afhankelijk zijn van de militaire oefeningen, zoo
wel voor de onderwijzers als voor de leerlingen. Bruikbare militaire
instructeurs kunnen met hun invloed die volwassen personen beter
het noodige leeren dan burgerpersonen; maar door hen te dwingen,
eene acte te halen, zou, afgescheiden dat dit slechts eene zeer be
trekkelijke waarde kan hebbenhun aantal weinig beduidend doen
worden en het aanvullen der vacatures bij het kader zeer bemoeilijken.
Ook het toezicht van den schoolopziener, hoe doorkneed ook in het
vak van onderwijs, is van twijfelachtig of geen nut, want het is
zeer moeilijk door hem uit te oefenen, terwijl de zoo gewenschte con
trole der meerderen daardoor wegvalt. Het is waarde Dorpsscholen
zijn openbare scholen en vallen dus in art. 194 der G. W., maar
men mag bij de interpretatie niet aan de letter blijven hangenwaar
de geschiedenis van het artikel aantoont, dat het militair onderwijs
werd over het hoofd gezien of dat de bedoeling heeft voorgezeten,
het er buiten te sluiten.
En dat wettelijke regeling in het belang van het korpssehoolon-
derwijs noodzakelijk iswerd nimmer aangetoond en mag ten rechte
betwijfeld wordenafgaande op de resultatenwelke steeds in Ne
derland zijn verkregen. Bovendien welk bezwaar bestaat er, verbe
teringen daarin aan te brengen, wanneer het slecht is Kan de Minister
van Oorlog van zijn collega van Binnenlandsche zaken dan geene
hulp en inlichting verkrijgen voor de noodige veranderingen, waar
de exceptioneele aard van het onderwijs dit niet belet? En wanneer
het vaststellen bij de wet van de beginselen van het lager onderwijs,
to geven aan de militiensniet nuttig en onnoodig is, nog veel meer
is dit het geval voor de vrijwilligers en bij het opleiden van kader,
hetzij dit geschiedt op afzonderlijke inrichtingen dan wel bij de korpsen.