344 Marine en Koloniën te verminderen en hen te binden aan eene jaren te voren gemaakte wet op de beginselen van het onderwijs aan de militaire inrichtingen Zijdelings worden nu reeds de Ministers gebon den door eischen en interpellation naar aanleiding van hunne hande lingen, waardoor het onderwijs en de krijgstucht somtijds nadeelen ondervinden. Hoeveel te meer zal dit het geval niet zijn, wanneer door eene bepaald gewenschte afwijking der wet de Ministeriën van landsverdediging verplicht zijn, deze aan de welwillendheid van de "Volksvertegenwoordiging te onderwerpen, ja, soms bij weigering de Ministers genoodzaakt zijn, af te treden? Yiel niet de Krijgsschool te Bredatengevolge van eene kleine afwijking of eene andere uit legging van de wet door den Minister De Boo van Alderwerelt dan door de Kamer werd bedoeld? Hoe wil men van schoolopzieners vorderen, dat zij op de hoogte blijven van de onderdeelen der mili taire wetenschap of hen dwingen, vroegere oorlogshandelingen op eene andere wijze te leeren beschouwen? Dat de letterkundige, natuurkundige en enkele wiskundige vakken door burgerleeraren, die hun gezag tegenover militaire élèves weten te handhaven, worden onderwezen, is gewenscht en gedeeltelijk noodzakelijk, maar om daar voor de beginselen van het militair onderwijs door eene wet te doen bepalen, komt ons geheel onnoodig voor, wanneer wij de con trole nagaan, welke daarop wordt uitgeoefend door verantwoordelijke chefs, commissiën van inspectie, raden van toezicht, enz., waarvan de verslagen aan de Kamers en het publiek worden bekend gemaakt. "VVel is waar maakt eene regeling van het militair onderwijs bij de wet de keuze van de instructeurs voor de Regeering gemakkelijk maar de waarborg is dan zeker niet grooterdat de instructeurs beter zullen zijnwant of zij blijven (zoo hiertoe de mogelijkheid zou bestaan) gedurende hun geheelen diensttijd bij het onderwijs in enkele leervakken, ten einde door practische ondervinding de beste wijzé voor het geven van onderricht te leeren kennen, maar waardoor hunne geschiktheid voor lioogere rangen in de practische militaire dienst veel kans heeft van verloren te gaan, en ontmoediging daarvan het gevolg isof zij verzoeken om niet te lang in hunne bijzondere positie te blijven, ten einde de ge schiktheid voor de militaire dienst te behouden, en dan gaat toch al het voordeel van ondervinding voor den leeraar en den Staat verloren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 352