27
Hierna kwam de kwestie in Nederland in behandeling. De Gene
raal Van den Bosch was daar intusschen opgetreden als Minister
van Koloniën.
III.
In het vorige hoofdstuk hebben wij de wording van het verdedi
gingsstelsel van Van der Wijdt in Indië beschreven; wij zullen thaus
zien, wat met zijne plannen verder gebeurde. Wij merken hierbij
opdat hij de stukken zelf naar Nederland had overgebracht en dus
de beste gelegenheid had om ze tegen alle aanmerkingen te verdedigen.
Op last des Konings werden de voorstellen van Van der Wijclc
nog door den Generaal De Koek onderzocht. Deze vereenigde er
zich over 't algemeen geheel mede. De versterking der Merakbaai
keurde hij echter af, omdat het daar te ongezond was en de vijand
de haven toch dadelijk zou kunnen bloltkeeren; de overige aanmer
kingen, die hij er op had, waren van ondergeschikt belang.
De Minister Van den Bosch had in de eerste plaats bezwaar tegen
de door Van der Wijck gewenschte geringe verdediging van west-
Jam. Door ver genoeg van Bataviades noods in de Wijnkoopsbaai,
te landen, kon de vijand, de te Batavia aanwezige versterkingen en
troepen omtrekken en, zonder dat wij er veel tegen kunnen doen
zich van geheel west-Java meester maken. Hij wil- daarom èn te
Bataviaèn in de omstreken van Bandoncjelk circa. 4000 man
legeren en de noodige fortificatiën oprichten. Deze zullen voor Batavia
wel groote uitgebreidheid bezittenmaar in verband met de te stellen
inondatiën zouden voor de verdediging toch ook 4000 man voldoende
geacht kunnen worden. Eene haven in de straat Soenda achtte hij
van het hoogste gewichter zou dus nog een nader onderzoek moe
ten worden ingesteld, in hoever de gevreesde ongezondheid zich
daartegen zou verzetten.
Het verdedigingsstelsel werd hu aan de beslissing van Koning
Willem I onderworpen. Reeds vóór dat Generaal De Koek gehoord
was, had Zijne Majesteit als Haar gevoelen te kennen gegeven, dat
de voorstellen van Van der Wijck over het algèmeen voor goedkeu
ring vatbaar warendoch dat omtrent enkele hoofdpunten nog nadere
voorstellen moesten worden gedaan, omdat zij nog niet voldoende