352
verspilling van krachten aan halfwerk, alsmede overmaat van arbeid
bij het onderwijzend personeel vermeden.
Bij Gouvernements-besluit van 7 Mei 1873, No. 65 werd het aan
tal boven de formatie van het leger geplaatste onderofficieren en
.korporaals, om zich voor eene toelating op de Militaire school voor
te bereidennader vastgesteld op 100. Door hetgeen in het werk werd
gesteld voor deze kern tot aanvulling van de Militaire school klom
haar aantal van 60 élèves in 1875, tot 90 in 1877, en was dat
aantal in 1878 reeds meer dan 116 en vermeerderde het nog in 1879.
In quantiteit was dus winst te bespeurenmaar wij mogen niet
bevestigendat dit ook het geval was met het gehalte der ouder
officieren. Maar de oorzaken daarvan liggen te diep en grijpen te
zeer in de maatschappelijke toestanden, om deze met een enkel
woord aan te geven. Ontijdig afgebroken onderwijs en verwaarloos
de opvoeding spelen daarin hoofdrollen. En juist omdat de onder
vinding zulks had doen zien, kon men de nadeelige gevolgen daar
van ten deele afwenden. Door hen nauwkeurig in hunne wijze van
doen na te gaan, hunne ontwikkeling en hunne geestvermogens te
onderzoeken, vormde men eerst eene categorie van aanbevolen mili
tairenwaardoor veler eerzucht werd opgewekt. Zóóver gekomen,
konden zij op een cursus in de gewenschte richting worden gebracht,
werd het voor hen mogelijk, veel bij te werken eu aan te vullen
en voor enkelen eene verwaarloosde opvoeding of begane fouten te
herstellen. Voor sómmigen was deze beproevingstijd te moeilijk, en
moesten zij van eene plaatsing boven de formatie of op de Militaire
school afzien, voor anderen was zij eene weldaad.
Die cursussen werken goedde vruchten daarvan worden gewaar
deerd op de Militaire schooien moge al een enkele élève nog niet
genoeg doordrongen zijn van de beginselen der krijgstucht of van zijn
eigen belang, waardoor eene verwijdering uit de categorie der boven
dc formatie geplaatsten of van de Militaire school noodzakelijk wordt
geoordeeldT vele uitstekende en energieke officieren kunnen daaren-
gen voortspruiten uit hen, die anders misschien voor de maatschappij
zouden zijn verloren gegaan. Op die cursussen zijn 150 aanbevo
len militairenalsmede 30 volontairs dingende naar den rang van officier.
Dit laatste cijfer is gering omdat jongelieden uit den beschaafden stand, in