gebrek aan vacatures niet naar de K. M. A. te Breda of door finan- tiëele omstandigheden der ouders niet naar Nederland kunnen gezonden worden, wanneer zij liet Indische kazerneleven willen vermijden. De huwelijken der Indische officieren zijn in de laatste 12 jaren zeer toegenomen, zoo zelfs, dat de vorige Legercommandant, naar men verzekert, het voorstel aan de Eegeering heeft gedaan om, ten minste aan de 2e Luitenants, het trouwen te verbieden. Zoo als ons is gezegd, werd dit door de Eegeering verworpenen onzes inziens zeer te recht; maar nu is het ook eene staatszorg, de kinderen van de heinde en ver verspreid zijnde en zoo dikwerf overgeplaatst wordende Indische officieren en ambtenaren in de gelegenheid te stellen, eene in Indië verejschte maatschappelijke positie te kunnen erlangen, zonder de ouders te noodzaken tot uitgaven welke hunne krach ten te boven gaan. Die kinderen kunnen in Indië geen ambacht of iets dergelijks leeren, zooals in Europaen voor civiel ambtenaar te studeeren of in den handel te worden opgeleid, daarvoor zijn de middelen van vele ouders onvoldoende of ontbreekt de gelegenheid er toe. Waarom nu geen middel toegepast om de zonen van die meerëndeels onbemiddelde staatsambtenaren in het leger te krijgen, en er officieren van te maken, zonder hen te noodzaken in Indische kazernes hunne opleiding te moeten erlangen, of hunne ouders te dwingen, met verlof naar Nederland te gaan om hunne kinderen weg te brengen, ten einde ze daar in vreemde handen achter te laten met het twijfelachtig vooruitzicht of, zonder ouderlijk toe zicht, wel iets van hen te recht zal komen Maar het Ministerie van Koloniën wil zulk eene inrichting niet in Indië. Zou het bevreesd zijn, dat daardoor wat veel Indisch element in het leger wordt gebracht Het kan zijnmaar dan wordt dat element miskend en ziet het Opperbestuur naar onze meening niet duidelijk genoeg de fout in, van geene rekening te houden met het opkomend geslacht. Waarom geene jongelieden na hun eindexamen van het 3° studiejaar aan de Hoogere burgerscholen toegelaten aan de Militaire school te Meester-Cornells? Of wel eene afzonderlijke compagnie opgericht, voor volontairs, die, na een jaar van afzonderlijke opleiding, den driejarigen cursus op de Militaire school konden doorloopen, waardoor eene opleiding huiten de kazerne eveneens mogelijk wordt? Het collegie van curatoren van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 363