- 858
van hen, waartoe in Nederland geene mogelijkheid bestaat, en dat
toch moet geschieden om do werving niet onmogelijk te maken, dus
in de eerste plaats van vreemdelingen, wier aantal op de Militaire
school met boven de 50 élèves mag gaan, waardoor jaarlijks 15,
hoogstens 20 officieren aan het Indische leger kunnen afgeleverd
woiden bij eene tweejaarlijksche opleiding. Onderofficieren, uit Ne
derland afkomstig, en mindere militairen, dieNederlanders zijnde,in
Nederland werden geëngageerd, komen na de vreemdelingen eerst in aan
merking! De Artillerie-school moet worden opgehevenzoodat alleen
Ned et land, d. i. de Militaire AcademieArtillerie-officieren zal leveren.
Zoo gaandeweg wordt de bron tot vorming van officieren in den boezem
van het leger gestopt, en de aanvulling geheel afhankelijk gemaakt van
wat men in Nederland daarvoor wenscht af te staan of op te leiden.
Indië moge het tegendeel als noodicj duidelijk aantoonen, het helpt niets.
Het Ministerie van Koloniën zal wel voor de belangen van de Indi
sche defensie zorgen. Moet dit den band vormen tusschen de
beide legers? Men schijnt te vergeten, dat zij, die de grootste en
ingrijpendste veranderingen in de verhouding tusschen Nederland en
Indië hebben voorgesteld en weten in te voeren, in Nederland ge
boren en daar opgevoede personen geweest zijn, wier gevoel van
vrijheid en onafhankelijkheid en die door hunne bekendheid met
de in Nedetlancl heerschende zonderlinge en bekrompen denkbeelden
omtrent Indië daartoe werden aangespoorden dat bij de in Neder
land gevormde officieren achteruitzetting van het Indische leger dieper
wordt gevoeld, zoodra zij daartoe behooren. Dat wij eene uitbreiding
in de opleiding voor Indische officieren bij de K. M. Academie
hoogst gewenscht, ja bepaald noodig vinden, is natuurlijkmaar daarom
behoeft nog geenszins eene soortgelijke, doch minder kostbare instelling
voor jongeliedenin Indië geboren en getogen, te worden uitgesloten
integendeelzulk eene inrichting zou zeer in ons belang zijnzoowel
om in tijd van nood voor een gedeelte in de aanvulling te voorzien,
als om een prikkel te vormen voor meerdere ontwikkeling in het leger
van de vele onderdeelen der militaire wetenschap en een steun te
zijn voor de Indische inrichtingen van onderwijs.
Misschien veronderstelt men in Nederlanddat door zulk eene
inrichting de Indo-Europeesche maatschappij te veel voordeelen zoude