361 Indische leger te kunnen botvieren, wekken'juist liet tegendeel op. Het valt niet te ontkennen, dat eene gemeenschappelijke opleiding der officieren van beide legers kracht geeft aan de gelijke belangen, maar boven het belang der .aaneensluiting staat de verzekerde goede aanvulling van het Indische officierskorps, vooral voor-tijden van nood en oorlog. Die aanvulling moet zwaarder wegen, ja alles beheerschenzonder haar zal het Indische leger nimmer aan zijne taak kunnen voldoen. De in Indië opgeleide officieren hebben bovendien zoo veel punten van aanraking met de officieren van het Nederlandsche legerdat zij nooit van hen zullen vervreemden, ja dikwerf beter het nationaal belang behartigen dan vele in Nederland opgevoede personen. Beide legers zijn onmisbaar, maar elk op zijne wijze. Want al moge in de laatste 40 jaren vooral het Indische leger direct produc tiever zijn geweest dan het Nederlandschedoor het verkrijgen en verzekeren der millioènen uit Indië gemakkelijk en mogelijk te maken, waarvan het Nederlandsche defensiestelsel meer voordeelen heeft ge noten dan het Indischehet Nederlandsche leger heeft even goed me degewerkt, al zij het dan ook indirect, tot het doen voortduren der on afhankelijkheid van Nederland. Hoe krachtiger het Nederlandsche leger en de K. ÏT. Marine zijn door goede samenstellingontwikkeling en geoefendheid, des te meer zullen de vreemde mogendheden het recht van Nederland's bestaan blijven erkennen, en des te beter kan de neutraliteit worden gehandhaafd. Maar ook hoe meer zelfstandig heid aan het Ned.-lnd. leger wordt gegeven -door eigene instellingen, en hoe minder het in tijd van nood afhankelijk is van het Nederland sche leger, des te beter kan laatstgenoemd leger aan zijne eischen voldoendes te geruster kan het elke botsing afwachtenen behoeft het niet de oogen te wenden naar Azië, wanneer nabij eigene grenzen gevaar dreigt. De gedachte, dat het Indische leger door meerdere zelfstandigheid en mindere afhankelijkheid van de Nederlandsche hulpbronnen niet zoo gehecht zou zijn aau Nederland en minder trouw gezworen eeden en heilige beloften aan Koning en Nederland zou nakomenkan niet anders voortkomen dan uit schuldbesef tegenover Indiëmaar is tegelijk zóó ongerijmd en ongegrond, dat zulke denkbeelden alleen kunnen opkomen bij hen, die gebrek aan grondige kennis van de Indische toestanden paren aan miskenning

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 369