lieel andere gegevens om hare voorbereidingen juist te nemen, een
doeltreffend stelsel van aanval te ontwerpen en met die mate van
vertrouwen, welke voor een spoedig succes onmisbaar is, haar plan
uit te voeren.
Omtrent het objectief was niets met zekerheid bekend.
Omtrent AtjeWs reede daarentegen de operatiebasis helaas
met zekerheid, meende men, dat zij in den ophanden zijnden west-
moeson als operatiebasis volkomen onbruikbaar worden zou.
De gevolgen van dit niet weten, en vooral van dit verkeerd weten,
bleven niet uitde expeditie keerde onverrichterzake huiswaarts.
Eene vestiging op Atjeli's onherbergzaam strand werd niet achter
gelaten Een tot nu toe miskend lichtpunt in de lange reeks van
tegenspoeden, in Atjeli ondervonden.
Al had toch de tijd, volgens de toenmalige zekere kennis van
Atjeli's reede, niet ten eenenmale voor de uitvoering van zulk een
plan, zelfs wanneer daarop bij de Genie-uitrusting gerekend was,
ontbrokennu deze voor zoodanige taak, in een land zonder eenige
noemenswaarde bouwkundige hulpmiddelen, volkomen onvermogend
en derhalve geheel afhankelijk was van eene steeds zeer tijdroovende
aanvulling harer middelen van eldersnu had zoodanig plan slechts
op de schromelijkste teleurstelling kunnen uitloopen. Het drama
van Badjoa (Boni) in 1859 zou dan zijn herhaald, aoch zeker met
eene tienvoudige troepenmacht en derhalve ten koste van de slagvaar
digheid van het Leger voor de tweede expeditie en, even als daar
in Boni, zonder eenig wezenlijk nut. Geen Inlandsche vijand toch
belet ons eene landing.
Nuttig daarentegen in liooge mate was de kennis door de eerste
expeditie van strand- en kuststrook in bijzonderheden verkregen,
dewijl vroeger verwaarloosd was, door geheime verkenningen, gelijk
door het Departement van Oorlog was gewenscht, en door spionnen
daarvan voldoende op de hoogte te komen.
De praktische moesonkennis, welke het sprookje over de her
haalde tijdelijke onbruikbaarheid van Atjeli1 s reede voor goed moest
doen verdwijnen, was nog wel niet door de Marine opgedaan, doch
vele inlichtingen, van buiten af ontvangen, gaven ook hieromtrent
juister denkbeelden.