369
De geheele sterkte van het expeditionaire gedeelte van liet wapen
bedroeg dus
18 officieren, opzichters en magazijnmeesters
558 mindere militairen, enz.
576 man totaal.
Behalve de uitrusting van den man, voerde het korps Mineurs
en Sapeurs de reglementaire reserve-uitrusting benevens lithofracteur,
speciaal voor dezen krijgstocht uit Nederland gezonden, mede.
Het veldparlc van dit korps werd, met de uitrusting van den
staf der Genie, tot een algemeen park van het wapen der Genie
vereenigd en onder het beheer van den staf der Genie gesteld.
liet veklpark bestaat hoofdzakelijk uit de voorraden van gereed
schappen en materialen voor sapeur- en pionnierarbeid op groote schaal
voor de militairen van andere wapens, meer speciaal van de Infanterie,
voor den mijnarbeid en voor enkele gewone ambachtenuit de reserve
ontploffingsmiddelen en het telegraafmaterieel; van 't laatste werd echter,
op last van den Opperbevelhebber, de electrische telegraaf achterge
laten en deze eerst na den terugkeer der expeditie opgezonden.
De uitrusting van den staf der Genie bestond, behalve uit een
belangrijken voorraad ■♦materialen voor brug- en logiesbouw (balken,
planken, dakijzer, vilt, zeildoek, bamboe, matten, enz.) en uit stel
len gereedschappen voor verschillende ambachten, uit de onder-
volgende middelen:
2 prauwvlotten
4 drijvervlotten
5 kilometer tramway-materieol
10 hospitaal-barakken
6 hoofdkwartier-barakken
3 magazijn-barakken
1 laboratorium en munitiemagazijn
1 kruitmagazijn
16 tijdelijke troepenloodsen, en
1 houten zeehoofd;
terwijl aan de Infanterie
6 koppelbare stormladders per compagnie werden afgegeven
(zie 5, XI)
24
(zie 5, I)
II)
III)
IV)
V. a. b.)
VI)
VII)
„VIII)
IX)
X)