382 was tegengekomen, die hem -dê juiste ligging van het bivak dier ko- lonne had medegedeeld, en dat hij met denzelfden ordonnance aan kapi tein Yervloet kennis had gegeven van het door de kolonne Tersteege betrokken bivak. Op die wijze was dus aanraking verkregen zoowel met de kolonne Godin als met de kolonne Vervloet. Nadat te Tjot-Gloempang door de troepen was gerust en gegeten, werd door de kolonne Tersteege het bivak voor den nacht op p. m. 1200pas benoorden Tjot-Gloempang betrokken. In dit bivak viel gedurende den nacht niets vermeldenswaardigs voor. De kolonne Yervloet was des ochtends te half vijf uur van Biloel- Zuid afgemarscheerd en rukte door kampong Empehtring in de rigting van Lamkrah op. Uit Empehtring debouclieerende, was ongeveer 300 pas in Zuidelijke rigting gemarscheerd, toen op die kolonne uit Lam krah een vrij hevig vuur werd geopend. De mortiersektie kwam in batterij en de infanterie opende een goed onderhouden vuur op den kam- pongraud. Alvorens evenwel het vijandelijke vuur zooveel tot zwijgen was gebracht, dat verder voortgerukt kon worden, had de kolonne vier zwaar gewonden en een ligt gewonde gekregen. Thans werd langs den Zuidelijken kant van kampong Lamkrah en met een detachement in den kampong voortgerukt. Blijkbaar was de kam pong eerst zeer onlangs en in overhaasting door den vijand verlaten, liet terrein, bezuiden Lamkrah werd verkend en overal vrij drassig bevonden. Nadat dit gedeelte van den kampong in alle richtingen was doorkruist, werd in den Zuidelijken kampongrand op een open ruimte het bivak voor den nacht betrokken. Tot zooverre hetgeen omtrent de kolonnes Tersteege Goclin en Vervloet gemeld wordt. Omtrent Godin lezen we nog dit kort verhaal De kolonne Godin rukte te half vijf uur uit en marscheerde dadelijk (ongeveer vijf uur) binnen en langs den Westelijken kampongrand van Kliëngontmoette daar eenige, doch slechts weinige vijanden, die met een paar salvo's verdreven werden, en rukte door naar Lamkrah. Aangekomen ter hoogte van de plaats, waar de kolonne Demmeni den 5den Augustus j. 1. een vrij hevig gevecht te leveren had, vielen er ee nige schoten op de kolonne uit een kleine benting, die op dien dag door deze kolonne genomen en weder verlaten was. Op hetzelfde oogenblik ongeveer half tien uur voormiddags, zag de kolonne kommandant de kompagnie Botter van de kolonne Tersteege, die zich gereed maakte, dezelfde benting te bestormen. Hoe deze benting genomen werd en wat verder door de kolonne Godin verrigt werd, is boven reeds medegedeeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 390